390 bl. segt geen tydgenoot van die verwoestinge te syn bekend.
Alkemades Stoke vertoond in de Aanteekeningen, op de XXste graaf, gemelde Jan, 147 bl. dat het jaar van Veronaas verwoestinge, word gesteld van sommige op 1296, sommige op 1297, sommige op 1288, en weder sommige op 1303.
De Hr. Alting (Not. Germ. Inf. 11 Part. 193 pag.) schynt echter, deese stad te verdedigen, uit oude Vergunbrieven, deselve noemende Vranlo, Vronlo en Franlo; en, met Stoke en Beka, bevestigende der selver ondergang.
Verdere bewysen van dit vermaarde Verone, worden genoomen.
I. Uit een oud verroest segel van koper, waar op, nevens een adelaar met uitgespreide wieken, en een degen, deese (naar den konst dier tyden getrokken) letteren: Sigillum Civium de Vronlageist. 't segel der Burgeren van Vronen op die geest. Junius, Batav. 17 cap. 477 pag. noemende Nic. Vorstius de besitter van dit Juweel.
II. Uit een houten kruis, op wiens dwershoud dit wydberoemde tydschrift: eCCe CadIt Mater frIsIae. Sie daar valt de moeder van Friesland. Junius, 476 pag. &c. Maar Scotanus (Friesse G. 5 B. 151 bl.) geloofd dat dit tydschriftje is staande op A. 1303, teweeten, 6 jaaren naar den rechten tyd.
Ondertussen? sullen hier de Liefhebbers der Tydschriften gelieven aan te merken, dat de D, die nu word gereekend, by onse voorvaderen is verby gegaan. Want siet diergelyken voorbeeld, in deese woorden, by Jak. van Oudenhoven (s' Hertogen Bossche Besthryv. 3 bl.) godefrIdVs dVXe sILVa feCIt oppIdVM. Govaart den hertogh, heeft uit een bosch een stad gemaakt.
III. Uit een klokje, draagende deese letteren. A. Vro Domini mcclxxx. Tempore Alardi Presbiteri Mencis Septembri. Dit uit een beminnens waardige Konstprint, onder myn Neêrlandsle Versaamelingen te beschouwen. Junius, 476 pag. Soeteboom, Vronen, 3 B. 7 H. 179 bl.
Dit heeft, volgens Junius en Soeteboom, gehangen in de kerktooren van Valken-oog, een dorp ontrent Schagen: maar de meergenoemde Barbier van Scorel (Medenbl. Chron. 82 bl.)