[Veere]
VEERE; heden mevrouw gesegt; hoe klinkt dit in uw oortjes, myn lieve Zaletjonker? O ja! veere Hase, vere Aleide en ver Machteld, vind men in de Brieven van de jaaren, 1284, 1307, &c. by Matheus, in Notis ad Chronic. Egmundanum en in de Opdragt van het Anonymi Chronic. Ducum Brabantiae; uit een Geschrift van het jaar, 1343.
Maar hier spyt het my geweldigh, dat ik by Lipsius, in Epistolae of Epistolicae Quaestiones, of Electa, of eindlyk de Antiguae Lectiones, (en het staat 'er!) niet kan vinden het mooje compliment van teve Jakoba. Immers, myne Vrienden, was in die tyden ook teve een woord van waarde en eerbiedigheid, dat, helaas! in de benaamingen van appelteef, vischteef en hekelteef nu so jammerlyk word misbruikt. Doch, hoe bewys ik het, als my de keurige Kiliaan, met syn Dictionarium, de nette Meyer, met syn Woordenschat en de doordringende Winschoten, met syn Zeeman, haar bystand my schynen te ontseggen?