[Schermer]
SCHERMER, een volkplantinge van eenige onbekende menssen, in Kennemerland, ontrent Alkmaar; in de Giftbrieven aan de kerk van Uitrecht al genoemd in den jaare, 1062.
A. 1612, is haar kerk door een geweldige stormwind omver gerukt. Soeteboom, Saanl. Arkad. 4 B. 496 en 499 bl. alwaar hy getuigd haar ruïnen te hebben uitgeteekend.
Na dit dorp word een ander by gelegene geheeten Schermerhorn; het uitgedroogde meer de Schermeer, en haar landstreek, het Schermer Eiland. De Scoreler, Medembl. 93 bl. Siet de meermaalen geroemde Kaart van Visschers Noord Holland.