S.
[De Saan]
De SAAN; dit sal ik Henrik Soeteboom ontleenen, wien ik, ontrent de Neerlandsse Oudheden, ruim soo veel in onse taal waardeere; als der selver erfvyanden, de Schoolgeletterde, hunne Xenophon of Thucydides, en Latynsse Livius, Caesar of Sallustius. Ik segge dan. I. Dat Soeteboom in syn Arkadia (3 B. 179 bl.) getuigd de Saan te syn oorspronkelyk uit de Rhyn en by gelegene meeren, ontrent Polaanen. II. Dat hy passeerde Ruighoord, den Hoorn, de Waart, en Holle-