een enterbyl een belegerd kasteel beklimmende. Sigebertus, in Chron. ad A. 1160. Petrus de Vineis, 3 lib. 20 Epist. en weder, 6 lib. 7 Epist.
III. Sy wierden gemaakt met verscheidene ceremonien of plechtigheden.
Onder andere kregen sy een kinnebakslag van die haar ridder maakte. Beka, in bisk. Otto dew III, 77 pag. Matheus, de Nobilitate, &c.
Ook ontsingen sy een halsslagh, met den platten degen, driemaal hervat. Eneas Sylvius, in Fred. III. by Matheus, Analector. V Tom. 554 pag. J. van Leiden, in de Brederod. 76 H. by Matheus, Analector. II Tom. 427 pag. Veldenaar en weder J. van Leiden, by Matheus, de Nobilitate, 4 lib. 1018 pag. Scotanus, Fries. G. 4 B. 128 bl.
Diergelyk gebruik is 'er noch in Sweden en andere gewesten van het Noorden; wanneer een heer of meester een trouwen dienaar tot een keerl wil maaken. Boxhorn. over Veldenaar, 159 bl. het geen immers geheelyk overeen komt, met der Romeinen alapa; van welken onsen Nic. Dispontinius, in Phaedrum, 2 lib. 5 Fab.
Sie vorder, van de wolle of lakene tabberd, naderhand (A. 1478.) in een fluweele verandetd, Van Leeuwen, 700 bl. aldaar de voornaamste ridderorders optellende en beschryvende; van het swaard aan te gorden. 732 bl. &c.