R.
[Radbod]
RADBOD; of Radebout, is geweest de 6ste koning van Friesland, een wreede geweldenaar. Hield syn hof te Stavoren. Van de Deenen en Noormannen overweldigd, wierd hy op sekere voorwaarden losgelaaten en hersteld, A. 678. Stavorens Onderg. 3 B. 51. bl. Van Royen, 104 bl.
Nam vorders Uitrecht. Verjoeg de Christenen. Hinderde Wilebrord in het prediken. Wierd geslagen van Pepyn; en wederom, A. 717, van Karel Martel, die hem dwong het Christendom aan te neemen. Maar als hy hoorde waar syn ongedoopte voorouderen gevaaren waaren, trat hy uit de vont, voorgevende liever by hen als in den hemel te willen syn. Overleed, kranksinnigh, A. 719. Sigebertus, by Junius, Batav. 17 cap. 502 pag. en weder, 19 cap. 542 pag. de Scoreler, 53 bl. spreekende van syn afbeeldsel. Godfried, Chron. 561 bl. &c.
Doch, wat deese geweigerde doop aangaat, gy behoeft het niet te geloven, Leeser. De saak is verdacht gehouden en het is een spinrokkens vertellingkje, by .... maar quijt ben ik den Schryver. Ik heb het aangeteekend en echter is het heden myn geheugen ontslipt.