A. 1495, troude hy Johanna, dochter van Ferdinand, koning van Spanje, te Lier, by naar sonder statsie. Goudhoeve, 560 bl.
A. 1500, kreegh hy, by deese, een soon, binnen Gent; geheeten Karel en namaals keiser, met de naam van Karel de V. Ulloa, in het Leven van Karel, 1 B. 1 bl. Heuterus, in Austriacis, 8 lib. 1 cap. &c.
Maar ondertussen bevind ik dit Boekje niet sonder gebreken te syn en mistastingen; hoe? moet den moetwilligen al-bediller, die de volmaakste Schriften vinnigh en onvervaard durft aantasten, hier ook niet wat speelens hebben? Hy weete dan, dat ik keiser Karel de V, als Graaf van Holland, boven, in de letter K, heb over het hoofd gesien, en dat hy nu, met het Puntdicht van Oudaan, sich sal te vreeden moeten houden. Sie daar dan, myn liefste Momusje! het sal naa deesen niet meer beuren:
Wie dart het aangesicht des Grooten Karels nad'ren,
Die 't aansien overtreft van syn beroemde vad'ren,
Met wysheid, dapperheid, vlyt, arbeid en geluk.
Die koning, hertogh, graaf deê dragen boey en juk;
Hier, voor Pavi, Valois, daar Hairad, in Afryken,
Ginds Sax en Hess, te Gent. Die sulk een ryst van rykken
Tot schuttrauwanten had om 't bloeyend Keiserdom,
En toen 't Geluk verving, eer 't wierp de hielen om.
Siet verder Philips bedryven, aangaande Staat en Oorlogh, by gemelde Goudhoeve, Heuterus, Barlandus, &c.
Ik heb ook syn beeltenis op een Gedenkpenning, dragende 't Fortuin op haar ruggestuk, nevens de woorden; VIRTUTE ET CONSTANTIA; Dat is; Door manhaftigheid en standvastigheid.