[Noormannen]
NOORMANNEN, of Noordmannen; tot deese landen, uit het Noorden, als by swermen, ontrent A. 800, afgedaald, waaren meest Noorwegers, Deenen en Sweden, Gothen, en Vandaalen, Herulers, &c. onder de regeeringe van keiser Karel de Groote. Eginarth. in Karolo. Otto Frisingensis. 5 lib. 30 cap. Urspergensis. de Annales Fuldenses. Eindius, Chron. Zeland. 1 lib. 20 cap. 127 en 129 pag. Slichtenhorst, Gelders. G. 4 B. 34 en 36 bl.
Van de Deenen is al gesprooken, 54 bl.