Voorts toonden die van Naarden, A. 1296, een ongemeenen yver en trouw voor graaf Floris de V. Stoke, in Floris de V, 125 bl. Wachtendorp, in het 6 B. van syn Rymchron. deese woorden gebruikende:
Niet ver van Kronenburg, daar siet men in de velden
De Naardenaars, die straks haar in de wapens stelden,
Heer Gerrit ryd voor uit en vraagt wat datse doen?
Waar om die mannen haar met oorlogstuigh ontmoën?
D'oudste der burgery segt: 't is, de graaf te wachten.
Toen staan de troepen stil, die haaren landsheer brachten.
Heer Gerrit wykt te rugh, en naar de grave steekt,
Die keerd syn paart, dat springt, maar valt en syn been breekt.
Toen was 't onmogelyk den grave te bewaaren,
Alsoo de Naardenaars haar op de hielen waaren;
Van Velsen steekt den graaf. &c.
Voeg hier noch nevens Arn. Montanus, Leven der Amstelheeren, 2 B. 94 bl. en alle de aangehaalde by meergenoemde Alkemade, in de Bylagen, betressende de Moord van graaf Floris.
Maar, wat nu het hedendaagsse Naarden aangaat, dat is, ontrent A. 1350, by vergunninge van gr. Willem, hertogh van Beyere, gesticht niet verre van het oude ruiin, op de slinker syde. Guicciardin. Additament. 3 Part. 124 pag. Parivall, Verm. van Holl. 18 H. 159 bl. &c.
Ondertussen, terwyl my niet en lust soo laagh in onse jaarregisters te treden, soo kan de Leeser opsoeken, by Hoofd, Meteren, Goudhoeven, &c. het jaar 1572; waar in, op den 1 Dec. de ontmenschte Spanjaard, onder Frederik, de soon van Duc de Alva, deese stad in het bloed haarer inwoonderen bynaar deê verdrinken.
Is heden een nieuwe en vaste fortificatie; sedert het, A. 1673, den 13 Sept. den Fransman, door de wapenen der Geallieerden is ontrukt.