Monike-meer, by Monikedam; als noch een oopen water. Sie van Monikedam, beneden.
Naarder-meer, tussen Weesp en Naarden; ook noch een vol water. Sie de Stichtsse Kaart van Visscher.
Purmer; A. 1620, bedykt en opgedroogd. De Colom, 123 bl. 't Onpartydigh Chronykje, 43 bl.
Schager-waart, A. 1631, bedykt. De Scoreler, 94 bl.
Schermermeer, by Alkmaar (let hier hoe deese stad is Almeer, wegens alle de omgelegene meeren, gelyk wy ook aanmerkten, 13 bl.) A. 1632, bedykt. Van der Woude, 6 bl.
Slotermeer, A. 1591, bedykt. Deselve, 76 bl.
Starmeer tussen Marken en Graftdyk, ontrent de Ryp, A. 1643, bedykt. Deselve, 6 bl.
Vronermeer, A. 1561, bedykt. Deselve, 6 bl.
Wieringerwaart, ter syden Kolhorn, A. 1608, bedykt en, A. 1610, van het zeewater weder overstroomd. Deselve, 7 bl. De Scoreler, 94 bl.
Woghmeer, by Ursem en Hensbroek, A. 1607, bedykt. Vander Woude, 7 bl.
Wormermeer, tussen Jisp en Purmerland, nevens de Enge wormer, A. 1626 bedykt. Deselve, 7 bl. en de Colom, 123 bl.
De Zyp, by Petten; viermaal bedykt. A. 333, van het zeewater overstelpt, isse, 1200 jaaren, onder de golven begraven, blyven leggen. Maar, A. 1553, is 'er een nieuwe bedykkinge geschied. Wederom, A. 1572, naa de Allerheiligenvloed, van A. 1570. Wederom, A. 1597, doch, in het selve jaar, in Septemb. weder vol water; weder gedroogt en geslooten. De Colom. 119 bl. Parivall. Verm. van Holl. 168 bl. behalven onse Scoreler, Dirk Burger.
Vorders schryft Van Spaan (in syn Chron. van Hongersnooden, &c. 132 bl.) dat men, in de bedykkinge van A. 1552, onder het graven, heeft gevonden de gronden van een stad die meer dan 200 jaaren hadden bedekt geweest.
Ondertussen sou met deese Meer-lyst genoegsaam bewaarheid worden het seggen van gemelde Leeghwater (ook op het uitmaalen van het Haarlemmermeer aandringende) dat'er, na de troebeltyd, in Holland, Zeeland en de naastgelegene landen, ontrent de 80000 morgen syn bedykt. Siet hem, 20 en 21 bl. des Meerboeks.