Daar Godes niet en was. Noch staan ik verr van slaaven,
Maar vryelyk ten dienst die my de vryheid gaven;
Al heb ik overlang die gonstigheid beloont,
En Holland eerst het pad naar 't Gulde Vlies getoont.
Sy is de eerste stad van West-Friesland en Hollands Noorderdeel, siende naar het Breêsand, tussen het vermaarde dorp Winkel (van welke beneden) en de stad Enkhuysen, van welke, 83 bl. Boxhorn. Stedeb. 373 bl. siet de naauwkeurige Kaart van Nik. Visschers Noord Holland.
De Naam trekken sommige van het rieviertje, of liever langwerpigh meertje, Medemelaca. Alting. Notit. 2 Part. 125 pag. uit een Geschrift van keiser Ott den III, van A. 985.
Sommige droomen hier van de toveres Medea, mogelyk met het paardeken van Pakolet, uit Kolchos of Italie, in deese landoort neêrgedaalt. Saanl. Arkad. 2 B. 93 bl.
Doch, waarom is deselve niet af te trekken van de meeden of de mieden, dat is gesegt, natte weylanden? Alting. wederom, 125 pag. uit een geschrift van biskop Godebald, van A. 1098 of 1118.
Dit van de Naam; het volgende van den stichter. Deese was Diderik, Radbods soon. Immers houd men het staande, dat Radbod, een Friesch koning, ook in deese stad syn hof heeft gehad. Dousa, by Boxhorn. op het gemelde bl. behalven onse Dirk Burger, en Didrik van Widenesse, Baans gesegt, by W. Blaauw, in syn doorwrocht Stedeboek.
Maar, de Schryvers gewagen van Radbod den I en Radbod den II. Wel aan. Dit sal myn schryfstoffe syn, in de letter R.
Ga tot de krygsgevallen over. In deese munt uit het ontset; gr. Jan van Henegou, met syn Hollandsse lansknechten, de Friesen slaande en verdryvende. De Gouwenaar, 76 bl. Amsteldams Beschryv. 2 B. 9 H. 114 bl. Scotanus, Fries. Chron. 151 bl.
Na dat, weinigh te vooren, deese Friesen de stad hadden belegerd, ingenomen en verbrand. Van Spann, Rotterd. 80 bl. Amsteld. Belchryv. 9 H. 112 bl.
A. 1517, wierdse met geweld veroverd door de Geldersse, onder de naam van den Swarten Hoop of de Swarte Bende. Deese hebben de stad met den vuire soo vernield, dat 'er niet een eenigh huys is overgebleven. Alleenlyk op het slot stuitte af de woede der vyanden, Hr. Justus van Buiren, met een groote kloekmoedigheid, het selve