beltjes en allerlaatst gemunte Doiten, en lees Parival, Vermaak van Holl. 204 bl.
Maar, quamje wel immer te vooren, dat hertog Karel de Stoute by sich selven een besluit had opgevat, van alle de XVII Provincien onder een koningryk te betrekken, het geen de naam van Leeuw sou voeren? van het koningryk hoor Karel self gewagen, by meergenoemde Verhoek, Treurspels 4 Bedr. 5 Ton. 45 bl.
Gy vorsten, die 't geluste om myn gebied te sien,
Nu treetge op Zeelands grond, een graafschap; kon 't geschiên,
En sagh ik kans 't verschil van seden, taalen, wetten,
En vryheên van elks land op eene wys te setten,
Gantsch Neerland saagtge in een groot koningryk herschikt;
De wapenschittring, die my steeds in de oogen blikt,
En Fransse listen syn 't, die myne toeleg stutten.
Het bewys van de naam Leeuw, is tegenwoordigh my niet by der hand; maar merk ondertussen aan, dat de Leeuw, onder gr. Willem de I, op het Hollandsse geld, word allereerst ontdekt; volgens getuigenis van dikwyls aangetrokkene Alkemade, Graaflyke Penningen, 41 bl. aldaar ook Meyer aanhaalende, die, soo als Munsterus, het voeren der Leeuwen, op hunne schilden, de Neêrlandsche Kruisvaarders toeschryft.
Maar, sacht hier! de liefde der Medalikunde wil niet dat ik onse Neerlandsse Leeuw soo ras verlaat. Sy legt me drie sinnebeelden voor, die se by deese plaats wil hebben ingelascht.
I. De koning van Spanje, nevens den Paus staande, bied onse Leeuw den olystak, maar houd in syn slinkerhand een halsband gereed, om hem vast te sluiten. De woorden syn: LIBER REVINCIRI LEO PERNEGAT; dat is, de vrye Leeuw weigerd weder geboeid te worden.
Op het ruggestuk, legt onse Leeuw, aan de pilaar der Inquisitie vastgebonden, terwyl een muysje (verstaa prins Willen de I) den halsband komt aan stukken byten. Het opschrift is: ROSIS LEONEM LORIS MUS LIBERAT; dat is, de muis verlost de Leeuw, door 't knagen van de zeelen. Siet de Medal. Histor. 37 bl. op het jaar, 1579.
II. Maar deese volgende, van Lodewyk de XIV, is voor een Neerlands hert ondraaglyk, edoch met eene bespottelyk. De afgevilde huyd van de Neerlandsse Leeuw hangt, nevens der Staaten Pylen, aan een geknotte boom, met een muir-