[Leawerd]
LEAWERD, aed Leeuwerd, Lieuweweerd of Leeuwarden; het vermaarde hoofd van Friesland, een volkryke stad; synde de dorpen van Oldenhove en Hoek, A. 1432, daar aan vast gehecht; omringd met schoone Huysen van adelyke Geslachten, als; Kamminga, Kamstra, Burmanja, Unia, Martena, en Minnema. Meurs, XVII Provinc. 2 Deel. 894 bl.
Doch die van deese stad meer omstandigheden begeert te weeten; gaa tot gemelde Geschichtschryver, Gabbema, behalven Guicciardin. Belgicae Description. 3 Part. 248 pag. ook aldaar van Swichem gewagende, de geboorteplaats van Viglius Suichemus, self in de Neerlandsse Medalikassen bekent, met het Sinnebeeld van een brandende kaars, tussen een boek en een sandloper, op een tafel; geteekend; VITA MORTALIUM VIGILIA, 's menschen leven is een geduirigh waaken.