[Landeryen]
LANDERYEN; in het gebrooken Holland van een seer verschillenden aart; hebbende hier, lichter of swaarder klay; daar weder gul sand of veen, darrie &c. Maar,
A. 1460, of daar ontrent, heeft men uitgevonden de hooge en sandige landen te verlaagen en tot bequaame saai- en weilanden bequaam te maaken. Ontrent welken tyd men ook te Soeterwou, by Leiden, heeft geleerd het toemaaken der schraale en verkoude landen. Alkemade, Gravemunt. 150 bl.
Van het bourlekyksland sprakenwe, 143 bl. en daar sal meer gesegt worden, op de letter T, in Turf, of letter V, in Veenen.