Niettemin is hy in syn 30ste jaar omgekomen; niet in het veld door 's vyands oorlogstuyg, maar door de hinderlagen syner landslieden, en wel in bloede de allernaaste. Ondankbre tyden!
Syn lof, segt Tacitus (in het aangetogen H.) word noch opgesongen by de uitheemsse volkeren; ja sommige der hedendaagse Duitssen koomen soo verre, dat sy dat beroemde Irmensul syn beeld geloven geweest te syn. Sie Scedius, Germ. Deor. syntagm. 477 pag. en het geen we boven, van de Goden saamenhaalden, 106 bl.
Hoe? setten de Hoogeschoolgeleerde hem niet op een. Gedenkmunt? Sie van deese boven gewagh gemaakt, 45 bl.
Maar, ik weet niet of myne Landslieden wel weeten waar het slaghveld word gesteld, daar dese Varus met de syne 't leven liet.
Voor my, ik geef het aan den Letterfenix, Ferdinand van Furstenberg, welke A. 1665 (noch synde biskop van Paderborn, want naderhand was hy 't ook van Munster) een marmere gedenkteken oprichtte, tussen de beginselen der wateren, Lippe en Eems; synde het, naar syn gevoelen, die plaats, welke Germanikus, noch met doodbeenderen oversaaid, A. 16, quam besichtigen; volgens Tacitus, 1 Jaarb. 16 H.
Siet Ferdinandi Furstenbergii Monumenta Paderbornensia, met nette Konstplaaten verrykt; alwaar gy niet alleenlyk het Latynsse Byschrift, in 10 regelen bestaande, sult vinden; maar met een ook iets, aangaande de arendstandaaren, van de segepraalende Duitsers weghgenoomen: welke datse ooit alle syn wedergegeven, nergens, als in Arminius, het treurspel van den Hr. Prof. Bernagie, my ontmoet.