[Handschoenen]
HANDSCHOENEN; dit raakt de Leenen en het Leenverheffen, waar af in de letter L.
Ondertussen waaren deese handschoenen wit en doorgaans van herteleer; welke in het verheergewaden den Leenheere, eens of meermaalen, wierden opgedragen, of ook wel somwylen eens voor all hem afgekocht. Ja, niet alleenlyk handschoenen; maar ook wel spooren, of windhonden; valk, havik, sperwer; of snoek, salm, &c. peper, &c. Saanlands Arkad. 314 bl. Smith, anders Smetius, Oppid. Batav. 8 cap. 98 pag. J. de Laat, in de Vertaalinge van syn Republ. der VII Nederlanden, 21 bl. schryvende, gelyk Smetius, van Nimmegen, op de Maas, bysonder ontrent Luik, synde tolvry; mits jaarlyks, op den sondagh naa belooken Paassen, naar Luik sendende een paar witte handschoenen, van harteleer, gelyk de valkeniers in de vogelvangst gebruiken, nevens twee ponden pepers.