Dan sal de tweede stam, de Henegouwers, 't land
Regeeren vyftigh jaar, en dat, door huwlyksband,
Aan 't vorstlyk Beyere met keisers kroonen hechten;
Vier prinssen sullen uit die stam dit land berechten.
Na hun Bourgonjen, daar vyf vorsten uit ontstaan;
Na wien der vorsten naam en titel sal vergaan
En 't land in vryen staat tot aan de wolken wassen,
En slaan de wieken uit, tot beî des werelds assen.
Maar sou ik op deese veerssen, myn Leeser, uit dit selve werkje, wel een verklaringkje mogen toepassen?
Ik sal 't hier eens gaan wagen,
Om u in alle soort van schryven te behagen.
Grooter sege) Siet syn leven, boven, 86 bl.
Arglistigh) Beuselpraat. 32 bl. Ik vinde dit mede by Slichtenhorst, Geld, Gesch. 5 B. 57 bl.
Friesen) Waar af boven, 59 bl.
Heiligh land) Mede al, 87 bl.
Damiaten) Sie te rugh, 32 en 50 bl.
In 't tornoyen) Dit is verhaald, in het leven, 88 bl.
Vermoord) Van Gerrit van Velsen. Een bekende saak. Boven, 91 bl.
Tweede stam) Beginnende met Jan de II, geseght Jan Van Avennes, graaf van Henegou. Scriverius, Grav. 303 bl.
't Vorstlyk) Verstaa vrouw Margriet, gehuwd aan keiser Lodewyk van Beyeren. Scriverius, Grav. 317 bl. Sie van keiser Lodewyk alleen Chanler, my juyst in myn handen vallende, Nieuwe Keisers Chron. 284 bl.
Vyf vorsten) Naa Vrouw Jacoba volgende Filip, Karel de Stoute, Maximiliaan, Filip de IIde en Keiser Karel, gesegt de Vde, Filip de IIIde; de 31ste, andere seggen de 36ste en laatste der Graven. Scriverius, Grav. 402 bl. behalven Hoofd, Grotius, Meteren, &c. de beginselen van 's Lands Vryhcid beschryvende.
Dit ontrent het tweede, kom nu tot het derde lidt van deese redenvoeringe; de graaflyke Afbeeldingen.
Ik seg, de Graven van Holland syn of in geheele standbeelden, of alleenlyk met hunne tronien, als borstbeelden, in print uitgegeven.
De volle standbeelden sietmen by de nieuws uitgegevene