[Geertruidenbergh]
GEERTRUIDENBERGH; soo geheeten naar gemelde S. Geertruid. Boxhorn. Stedeb. 285, bl.
Is nu gelegen, aan het Biesbos (en wel eer op het vaste land) in het Hollands Braband, tegen over Dordrecht. Over welke stad, even als over Heusden, ook een geschil is geweest tussen Braband en Holland.
Ondertussen syn haar krygs-gevallen van A. 1304; in welke sy van Jan, hertoge van Braband, is ingenoomen; en weder niet lang daar na, door Klaas, Heer van Putten en Strijen. Oudenhove, voor Scriverius, 55 bl.
A. 1420; in den oorlogh van vrouw Jakoba en Jan van Beijeren; als wanneer sy door de Dortenaar belegerd en Heer Dirk van de Merwede, slotvoogt deeser stede, wegens gemelde vrouw, is gedwongen tot den overgaaf. Balen, Dordr. 768 bl.
A. 1489; is sy, door Jan van Naaldwyk stormenderhand. ingenoomen; doch door die van Breda weder vrygekocht. Oudenhove, voor de Graven, 56 bl.
A. 1573; is sy beklommen en bemagtigd van Heer Poijet François, door den prins van Oranjen afgesonden, sonder den burgers eenigsins te benadeelen. Meteren, 4 B. 91 bl.
A. 1589; is sy van de misnoegde besettelingen (meest Engelsse) overgegeven aan Farnese, prins Maurits het selve niet konnende beletten. Bentivoglio, Neerl. Hist. 2 D. 5 B. 447 bl.
A. 1593; iS sy door prins Maurits, in het aansien syner vyanden, met een kleene magt veroverd. Siet hier af een gedachtenis op een Penning, in de Medalisse Historie, 62 bl. doch aldaar geen gewagh maakende van de Legpenning, het selve werkstuk behelsende en by de Muntminnaars (onder welke ik my self niet schroom te noemen) bekend.
Deese stad heeft ook gehad een kasteel van aangelegenheid, welke heeft gestaan van A. 1321 tot A. 1420, in welk jaar het in bovengemelde belegering is geraseerd. Van Leeuwen, Batav. 1216 bl. Parival, Vermaak van Holl. 155 bl. Goudhoeve, 92 bl. en weder Oudenhove, Suyd Holl. 128 en 412 bl.
Vrouw Geertruid; van sommige niet onder de Graven gereekend; als synde onseeker haar vader, onseeker haar