Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysen
(1711)–Ludolph Smids– Auteursrechtvrij
[pagina 44]
| |
Van haar gewagen Heda en Beka, op A. 1204 en 1428; behalven Melis Stoke, &c. maar ik meen wat anders te seggen. A. 1705, wanneer men, den 16, 17, 18 en 19 Meert, te Breukelen, voor een nieuwen tooren een grondslagh maakte, soo wierden, onder het graven, ondekt verscheidene duyfsteenen tombes, 8, 10, somwylen 12 voeten lang en onder sonder bodem. Sy lagen 5 of 6 voet onder de grond, met het voeteinde gekeerd naar het Oosten. De steenen, 2 voet lang en 1 voet breed, waaren ongemetseld, in seer vaste kley, aan malkanderen geset. De beenderen eindlyk, daar onder leggende, waaren als van de allergrootste menssen deeser tyd. Dit weder uit de Aanteekeningen van Kornelis Kooten van Bloemswaart. |
|