[Oud-Aa]
OUD-AA; boven Breukelen aan de Vecht, by het Sandpad; rondsom in het water; van vooren aan een hangend Torentje, tussen twee gevels, kennelyk.
Bovengenoemde Rochman teekende het van achteren, ontrent de Brug en ingang van het Heeren Huis.
Ik besag het selve, van onder en boven, van binnen en van buiten, A. 1707, en weder A. 1708, in de maand April; alswanneer ik hoorde, dat het nu was een Huirplaats, eigen aan gemelde Heer van Bonenge, wegens syn vrouw; de suster van de drie Heeren van Oud-AA; van welke de laatste was, Heer Jacob van der Burgh.