Gallerije ofte proef van syne dichtoeffeningen
(1685)–Ludolph Smids– Auteursrechtvrij
[pagina 57]
| |
38. Arria, biedende haar veroordeelden man de pook aen:fidae pectus amicitiae. Martial. 9. L. 15. epig. 'TIs ARRIA, die gy sietGa naar eindnoot+ ne'er geseegen.
Als Claudius haar Poetus had geva'en,
En't vonnis streek, soo trok de vrouw syn degen,
En liet dien in haar eygen boesem gaan.
Voorts tooghse, kloek, het lemmer uit de wonde,
Gaf het aan hem, noch druipende van bloed,
En sprak: gemaal! k' heb noojt de trouw geschonden.
Dat gaat u voor: aj, volgh myn grootsch gemoed:
Want, sie! die steekGa naar eindnoot+ gaat my niet an het herte;
Maar, van uw' wondGa naar eindnoot+ gevoel ik reeds de smerte.
|
|