Gallerije ofte proef van syne dichtoeffeningen

[p. 46]

32. De stervende Sophonisba:
Door Verhout.

& mortis amore superbae. Stat. 12. Thebaid.

HIer sterft de dochter⁺ van den strengen Asdrubal,
De we'euw van Syphax: dus sagh haar 't verbitterd Romen

Gevangen: en Verhout maald dus haar grootsche val,

En doet het blaeuw vergif in't stervend' aansicht koomen.

T' vergif sond Massaniss', om SOPHONISBE niet

Geboeyd te sien voor des verwinnaars staat zijwagen⁺:

Sy nam het, sonder blyk van droefheyd, of verdriet,

En sonder eens nae 't hert van die dit sond te vragen.

Self in haar dood scheen sy vol edelmoedigheyd,

Soo dat de vyand ook haar treurigh lot beschreyd.

+ Siet Livius, 30. B. der R.H. vorders de Hr. Cats, 3. B. sijnes Trouringhs, en Beverwyk. 35. I.C. Scaliger set haar ook onder sijne Heldinnen.

+ So brocht sich Cleopatra meede omden hals, om die schande te ontgaan: Saevis, segt Horatius (1. B. 37. Liers.) liburnis scilicet invidens, Privata deduci superbo Non humilis mulier triumpho: en Statius, van de selve, Propemp. Metii Cel: blando quâ mersa veneno Actias Ausonias fugit Cleopatra catenas.