Gallerije ofte proef van syne dichtoeffeningen(1685)–Ludolph Smids– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] 9. Antigone, leydende den blinden Oedipus: Aen I. Sterrenberg. sijnde haar Aengesicht niet voldaan. Aen de deugdrijke Juf. M. Caeci parentis regimen. Sen. Theb. T'Schijnt of gy, met die maagd, hebt eenen borst gesoogen, Die meed' uw Moeder, en haar swakheyd, ondersteund; Siet! hoe die Grysaard op sijn eed'le Dochter leundGa naar eindnoot+; Haar schouders is sijn kruk, haar voeten sijn sijn' oogen! Wat saghs'al, naar hy sijn gesicht had uitgeboord! Het deer'lyk sneuvelen, van haar ontsinde Moeder; Van haar oprechten, van haar trouweloosen Broeder, Het hof van Theben doods, en woest door moord op moord! Doch geen' elende kan haar van hem af doen wyken. Maar, vraagtge, waarom blijft het hoofd hier onvoldaan? Des Schilders wanhoop (o MARIA!) liet het staan: Die socht een Dochter die dien Dochter mocht gelyken. Nu staat de Konstenaar, met sijn palet, al ree; Leen hem uw' weesen: want gy sijt ANTIGONE. eindnoot+ Siet het geen van deese verduldige, en deughdige Dochter word verhaald van Euripides, Seneca, Rocrou, Racine. &c. handelende van de vyandlijke Broeders, Etheocles, en Polijnices, en hunne Moeder Jocasta. in Schilderyen is sy my niet bekend. Vorige Volgende