Bruylofts-kost
(ca. 1645)–J. Smeerbol– AuteursrechtvrijBestaande in verscheyden zedighe en boertighe echts-gezangen, drink-liedjens, raadselen, rondeelen, lever-rijmpjens, en andere snakerijtjens, voor d'Aemsteldamsche jeughd opgeschaft
[pagina 105]
| |
Willige dwang.
| |
[pagina 106]
| |
Hy zal vaak, voor 'er wencken, beeven,
EnGa naar voetnootf doen al wat zy hem gebied.
Ga naar voetnootg Hy past op gnorren noch op grimmen:
Want wen dat vuur begint te glimmen,
Zoo zijn de zorgen zorgeloos.
Geen kommer kan zijn wil verzetten.
Geen lyen sijn vermaak beletten:
Want yderGa naar voetnooth dooren draagt een roos.
Ga naar voetnooti Maar lijkwel al dat trekkebekken
Kan voor geen volle vreugd verstrekken;
Vermits hy 't liefste altijt niet heeft.
Hy voelt, in weelden, duizend pijnen.
Zijn vruchtbre stam zal soo lang quijnen
Tot dat sy hem de Trou-kus geeft.
| |
[pagina 107]
| |
Ga naar voetnootk Den Dadelboom sal van gelijken
Heur telgen met geen vrucht verrijken
Zoo lang z' 'er ega missen moet.
Z' is schraal, en dor, en byster olik.
Maar kust z' 'er lief, soo wortse vrolik,
En buigt, aan d'aard, door d'overvloed.
|
|