Bruylofts-kost(ca. 1645)–J. Smeerbol– AuteursrechtvrijBestaande in verscheyden zedighe en boertighe echts-gezangen, drink-liedjens, raadselen, rondeelen, lever-rijmpjens, en andere snakerijtjens, voor d'Aemsteldamsche jeughd opgeschaft Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] Minne-zvgten. Toon: Het vinnig stralen van de zon, &c. MYn suiker soete Rosemond. Mijn troost, mijn uitverkoren: Ay toef! wat vlugt gy? 'k heb, terstont, Mijn self, door u, verlooren. Verloren! Neen. Verloren! ja. Vw 'l odder likke loncken Mijn harte tot de min, so dra 't Gezicht u ziet, ontvoncken. Ontvoncken tot een volle gloedt, Een ongemeene hette, Die my in pijn staag leven doet, En bind aan strenge wetten: Want, als een ander rustig rust, Dan klaag ik, aan de boomen, Mijn hartseer; of ik soek mijn lust By stille waterstroomen. Daar zingt dan mijn beklemde tong [pagina 72] [p. 72] Vw' lof, met droeve woorden, En roep: o Rosemond! ik sprong Door vreugd, soo gy dit hoorde. Maar 'k vind geen heul in mijn verdriet? Dan 't aardig tierelieren Der nachtegaal huwt aan mijn lied, En klapt' et d'andre dieren. Dus zit ik treurig al de nagt, Tot dat de koele morgen Gewekt, door dese minneklagt, My drijft tot duisend sorgen: Maar 't eerste dat Filander doet Is Rosemond begroeten; Wijl hy'er eeuwig dienen moet Die 't lyen kan versoeten. Mijn suikersoete Rosemond, Mijn troost mijn uitverkoren; Ay toef! Wat vlugt gy? kaatst terstont Het ja eens in mijn oren. [pagina 73] [p. 73] Aan een heel vette vrijster. O bloed! dat 's dik en rond, dat 's bol, en sagt, en vet: 'k Lag liever op die sak dan op het beste bedt. Aan een heel maagre vrijster. Dat 's vaal en schraal: ai sie scherminkel toch eens stappen. Heur beenen ratelen als ouwe laasrus klappen. 'k Geloof voor wis dat is de zuster van de dood, Die ziel noch leeven heeft dan dat men in 'er stoot. Vorige Volgende