Psalmen, lof-sangen, ende geestelike liedekens
(1661)–Willem Sluiter– Auteursrechtvrij
[pagina 86]
| |
Bereydtwilligheyt ter doot, ende verlangen na Christum ende de saligheyt.
Discantus.
Waerom soud ik met vermaken Niet na mijn ontbindingh haken?
Soud' ik schromen voor de doot, Die mijn ziele, sonder tra- gen,
Sal tot Jesum o-ver-dragen, Daer se rust in Abr' ams schoot?
Men kan het ook singen op de wijse; Groote Godt, die d'aerdsche Goden. Of; Laet uw dienstknecht gaen in vreden. Of; Als de hooge noot by tijden. 1.
WAerom soud' ik met vermaken
Ga naar margenoot+ Niet na mijn ontbindingh haken?
Ga naar margenoot+ Soud' ik schromen voor de doot,
Ga naar margenoot+ Die mijn ziele, sonder tragen,
Sal tot Jesum overdragen,
Ga naar margenoot+ Daer se rust in Abr'ams schoot?
2.
Ga naar margenoot+ Och of 't gheen dat ik verwacht, quam,
En Godt mijn begeert' in acht nam!
Ga naar margenoot+ 'k Souw dan over 't sonden-pak,
Dat ik magh soo noode dragen,
Noyt behoeven weer te klagen,
| |
[pagina 87]
| |
Bereydtwilligheyt ter doot, ende verlangen na Christum ende de saligheyt.
Bassvs.
Waerom soud' ik met vermaken Niet na mijn ontbindingh haken?
Soud' ik schromen voor de doot, Die mijn ziele, sonder tragen,
Sal tot Jesum over-dragen, Daer se rust in Abr'ams schoot?
Maer cens rusten met gemak.Ga naar margenoot+
3
Wat soud' ook dit tijd'lik levenGa naar margenoot+
My voor vreugt of wellust geven,
Die 'k voor mijnen Jesus koos?
By wiens aengesicht alleen isGa naar margenoot+
Lieflikheyt die ongemeen is,
Vreed' en vrolikheyt altoos.
4.
Werelt, al uw vreugt is dolheit,Ga naar margenoot+
Als ik denk' aen dese volheit
Van d' on-sprekelijke vreugt:Ga naar margenoot+
Schoon ghy my ook staegh toe lachtetGa naar margenoot+
Met uw voorspoet, ik veracht'et,
Als on-soct, by dees' geneugt.
| |
[pagina 88]
| |
5.
Ga naar margenoot+ Hadd' ik all' des werelts schatten,
Ga naar margenoot+ En wat hier het hert kan vatten,
Ga naar margenoot+ Wat souw my doch helpen dat,
Als ik missen moest die ghene,
Dien ik houde maer alleene
Ga naar margenoot+ Voor mijn hooghste vreugt en schat?
6.
Ga naar margenoot+ 'k Houd' in Jesu mijnen Heere
Ga naar margenoot+ Meerder rijkdom, wellust, eere,
Als ik in de werelt laet':
Die voor d' Hemel kiest dees' aerde,
Kentse beyde niet, na waerde,
In haer gantsch verscheiden staet.
7.
'k Voel', ô Jesu, my bevangen
Ga naar margenoot+ Met een innerlik verlangen
Na uw tegenwoordigheyt,
Ga naar margenoot+ Om, verlost van 't aerdsch gewemel,
Ga naar margenoot+ U t' aenschouwen in den Hemel
Immer end in eeuwigheyt.
8.
Ga naar margenoot+ Laet uw knecht eens gaen in vrede
Tot die vreugt, waer van alrede
Ga naar margenoot+ Is een voor-proef in mijn hert,
Die soo liefelik van smaek is,
Dat daer by al 't aerdsch vermaek is
Enkel quellingh ende smert.
9.
Jesu, die my dus beg'nadight,
Ga naar margenoot+ Wanneer sal ik zijn versadight?
Ga naar margenoot+ 'k Segge door uw Geest, ey komt.
Ga naar margenoot+ Ghy seght, ja ik kome haest'lik:
Ja, komt Heere Jesu haest'lik;
Amen. Heere Jesu komt.
|
|