Ezech. II. vers 9,10.
Doe sag ik, ende siet, daar was een handt tot my uytgesteken: ende siet, daar in was de rolle eenes boeks. Ende hy spreydde die voor mijn aangesichte uyt; ende sy was beschreven voor, ende achter: ende daar in waren geschreven Klaag-liederen, Suchtinge, ende Wee.