Jerem. Cap. IX. vers 17, 18.
Soo seyt de Heere der heyrscharen, Merkt daar op, ende roepet klaag-vrouwen, datse komen: ende sendet henen na de wijse vrouwen,, datse komen, Ende haesten, ende een Wee-klage over ons opheffen: dat onse oogen van tranen nederdalen, ende onse oogen leden van water vlieten.