Christelijke doodts-betrachting
(1687)–Willem Sluiter– Auteursrechtvrij
[pagina 5]
| |
Op de wijse: Bruyd'gom der geloov'ge zielen. Of, O gy Herder uwer Schapen. | |
[pagina 6]
| |
Ga naar margenoot+1. O Mijn trouwe Godt en Vader,
Ga naar margenoot+Als mijn tijd sal zijn na-by,
En ik tot mijn sterven nader',
Ga naar margenoot+Licht' uw aensicht over my,
Ga naar margenoot+Neem mijn ziel dan in uw handen,
Datse magh met vreugt aenlanden,
Van haer moeyelike strant,
Ga naar margenoot+In het Hemelsch Vaderlant.
Ga naar margenoot+2. Kom des werelts liefd' uytdrijven,
En de lust om langer hier
Op der aerden noch te blijven,
Ga naar margenoot+Na der wereldtschen manier.
Ga naar margenoot+Geef, dat ick gerust en stille,
Ga naar margenoot+In uw Vaderlike wille
My geheel te vreden stell',
En my nergens med' en quell'.
Ga naar margenoot+3. Dat ik ook magh overwinnen
Ga naar margenoot+Al des Doodts geprik en schrik,
| |
[pagina 7]
| |
Door uw Trooster, die van binnen Ga naar margenoot+
Mijne ziel veel meer verquikk', Ga naar margenoot+
Laet my nergens voor vervaert zijn, Ga naar margenoot+
Maer soo door uw kracht bewaert zijn: Ga naar margenoot+
Dat mijn stercke door-party, Ga naar margenoot+
Door mijn doodt niets hebb' aen my Ga naar margenoot+
Wilt my voor het laetste geven
Sulk een honger, sulk een dorst Ga naar margenoot+
Na het eeuwigh saligh leven, Ga naar margenoot+
Dat ick dan roep uyt de borst;
Kom, ô Iesu ik verlange, Ga naar margenoot+
Kom, mijn Bruigom, die 'k aenhange, Ga naar margenoot+
Blijf doch nu niet langer uyt
Van mijn ziel uw eigen Bruit. Ga naar margenoot+
|
|