Buiten- eensaem huis- somer- en winter-leven
(1687)–Willem Sluiter– AuteursrechtvrijStem: Vous qui de peur d'un mes pris. Of: Iesu, uw'gedachtenis. Of: Aldus.Iesu, als gy by my zijt,
Is mijn hert en ziel verblijdt.
Ik gevoel geen tegen heeden,
Noch en vreese geen gevaer,
| |
[pagina 134]
| |
'k Ben in alles wel te vreeden
Als ick u mag hebben maer.
2. Maer als gy eens van my wijckt,
Mijne ziel terstondt beswijckt,
Iesu, ick kan u niet derven,
Of ick leide groote pijn;
't Is als een geduurigh sterven
Sonder uwe gunst te zijn.
3. Mijne ziel en heeft geen lust
En vindt nergens hier haer rust:
Ick begeer s' oock niet te vinden;
's Wereldts rust, lust en gemack
En is niet voor uw beminden
Dan alleen een lastigh pack.
4. Maer daer gy in 't herte werckt,
Is het wonderlick versterckt:
Uwe gunst kan blijdtschap geven
Midden in den swaersten noodt:
Gy zijt onse kracht en leven
Oock in 't midden van de doodt.
|
|