Buiten- eensaem huis- somer- en winter-leven
(1687)–Willem Sluiter– Auteursrechtvrij
[pagina 125]
| |
Stemme Psalm 100. Of 134. Of: Kom laet ons met de Herders gaen. Of: d'Onnoos'le ziel, die slechte Maegd. Aldus.O Heil'ge Geest! dael neer op my,
Kracht uit der hooghten, staet my by:Ga naar voetnoot+
“Geleidt my in een effen-landt,Ga naar voetnoot+
Verwarm jmy met uw' heil'gen brandt.
2. O soete vier van Iesu min,
Hoe soud 'et gaen na mijnen sin,
Indien uw lieffelicke vlam
Mijn hert geheel en al in-nam
3. O waerde Trooster, die mijn hertGa naar voetnoot+
Verlichten kunt in alle smert,
En wilt my doch verlaten niet
In mijne quellingh en verdriet.
4. Wanneer ick door swaer ongevalGa naar voetnoot+
Niet weete, wat ick bidden sal,
Soo koomt te hulp mijn swacke kracht
Door uwe Goddelijcke macht.
5. Gy selfs wilt voor my bidden danGa naar voetnoot+
Met suchten die men niet en kan
| |
[pagina 126]
| |
Door een'ge woorden spreken uit:
Ga naar voetnoot+Die d'herten kent, weet haer beduidt.
Ga naar voetnoot+6. Gy die een geest der waerheydt zijt,
Geleidt my doch tot aller tijdt
In uwe waerheidt, dat ick vry
Van alle grove dwalingh zy.
7. Spreeckt gy inwendigh in mijn hert,
Op dat het niet magh zijn verwert
Door veele moeyelick verschil,
Maer rechrt begrijpen uwen wil.
Ga naar voetnoot+8. Laet my door u herboren zijn,
Ga naar voetnoot+Soo dat het oude gansch verdwijn,
Tot dat ick eens geheel en al,
Een nieuwe schepsel wesen sal.
Ga naar voetnoot+9. Geeft dat mijn sond u niet verdrijf,
Maer dat ick uwen Tempel blijf,
Soo dat gy nimmer van my scheidt,
Ga naar voetnoot+Maer by my blijft in eeuwigheidt.
Ga naar voetnoot+U met den Vader en den Soon
Sal ick van herten lof en danck
Bewijsen al mijn leven lanck.
|