Buiten- eensaem huis- somer- en winter-leven
(1687)–Willem Sluiter– AuteursrechtvrijStem: Psalm 138. Ick danck u Heer uit 's herten grondt. Of: O Heiligh, Zaligh, Bethlehem.Hoe hebt gy u verneedert Heer!Ga naar voetnoot+
Om ons soo hooge te verheffen!
Mijn swack verstandt kan nimmermeer
Uw' liefde na behoor beseffen.
| |
[pagina 120]
| |
Ga naar voetnoot+2. Lam Godes, die des wereldts sondt
Hebt soo gewilligh wech genomen,
Wie leeft 'er die met hert of mondt
Uw deughden prijsen kan volkomen?
3. Wat saeght gy doch in ons soo waerd;
Ga naar voetnoot+Dat gy soo veel voor ons woudt lijden,
Dat gy uw' leven niet en spaerd'
Om van de dood ons te bevrijden!
4. Gy saeght niet dan de grouwlickheidt.
Van onse vuile missedaden,
Die hebben tot medogentheidt
U, o mijn Heilandt, aengeraden.
Ga naar voetnoot+5. Wy hadden (ach!) gemaeckt de schult,
Gy hebt daer voor de straf geleden:
Gy zijt in alles met gedult
Als borgh in onse plaets getreden.
6. Uw handen onse vryheidt zijn,
Uw tranen onse vreughdt, o Heere;
Uw wonden onse medecijn
Uw hoon en smaedtheidt zijn ons' eere.
7. Uw kranckheidt ons' gesondtheidt is;
Uw smert en kruys ons' heil en zegen;
Gy hebt door uw gevanckenis
Ons de verlossinge verkregen.
Ga naar voetnoot+8. Uw armoedt is ons' hooghste schat;
Uw bange sweet is ons' verkoelingh,
Ga naar voetnoot+Uw bloedt is ons gelijck een badt
En onser smetlickheidts afspoelingh.
9. Uw doodt ons 't eeuwigh leeven schenckt;
En uw begravingh doet ons hopen,
Als onse ziel daer by gedenckt,
Hoe dat gy breeckt uw graf weer open.
Ga naar voetnoot+10. Mijn troost, mijn vreughdt, mijn Al in al,
Wilt door uw Geest my onderwijsen,
Wat dat ick doen en seggen sal
Om u met danckbaerheidt te prijsen.
|