Mengel-digten(1750)–Aletta Beck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 148] [p. 148] Aan Monsieur Simmer, op syn soontjes herstelling. WIE had gedagt Uw Soons Geboortedag te aanschouwen! Daar ge, als op Moria, de hoop van uwen stam, Ten proef van uw Geloof, zaagt als een Offer-lam, Wyl door dien slag, helaas! de tronk wierd afgehouwen; Niet wist of hoe of waar een Slagt-Altaar te bouwen. 't Gebed, door noot geperst, ontsteekt een liefdevlam Ten Soen op 't Altaar aan! die door de Wolken kwam, En drong Gods ingewant meêdogend tot berouwen. Heeft U Gods goedheit weer beschonken met Uw Soon; Draag hem gedurig op voor Gods Genaden-Throon! De Dankbaarheit verpligt geloften te betalen. Wy wenschen dat de dag, het uur, nooit sy getelt, Dat Uw geliefde Soon wort voor U neer gevelt: Maar dat hy mag een wys', en grysen avont halen. ASTREA. 1703. Vorige Volgende