Mengel-digten(1750)–Aletta Beck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 139] [p. 139] Verjaarwensch aan Lerinde. SChoon ons de Noortvorst met een bar geluid, Syn Miltheit toont in witte wol te strooien, Nog sluit dien Vrek; dog 'k weet een plaats in 't Zuid, Aan Cloris heert, daar wil myn inkt ontdooien. Het sy hoe 't wil, 't is seldsaam! als Astree Maar riekt het vuur van Cloris Herderinnen, En dat de tyt roept; aanstonts moetje reê, Al ga ik mank, ik huppel egter binnen. Vraag ik, wat oorsaak my hier telkens spoort? De vrintschap roept: wat vrint wil sig verschuilen? Sie Cloris op Lerindes bly Geboort Het hooft ontfronst! en vrindlyk kokermuilen. Sou ik Astree, die meê behoor ter baan, Dan swygen? Neen! Lerinde, 'k wil my uiten, Schoon heel verkleumt om op de maat te slaan, Hoe kort het is iets om uw hairen sluiten. [pagina 140] [p. 140] Hebt gy het uur, de dagh, en 't Jaar getelt, Waar in uw levensloop is opgesteigert: Wat sielen syn 'er sedert al gevelt! Wien God dien reeks van Jaren heeft geweigert. Gy siet uw liefste pant, uw' Echtgenoot In volle kragt de Zuilen onderschraagen: Uw kroost ontheft van een gedreigden doot. Uw Huis beschut voor duistere onweersvlaagen. Soo strengelt God veel Zegeningen vast, Ver boven straf, 't geen wy voor straf optellen: De ondankbaarheit seit dikwils, 't is een last! Als God het huis in eer en staat wil stellen. 't Is alles goed, wat God syn Kind'ren schenkt, Als 't word gebruikt voor hem en 's naasten voordeel; Die min begeert, krygt meerder dan hy denkt; Wy doen het onse en laten God syn oordeel. Hoe hooger dag, hoe hooger rekening: Hoe meerder winst; hoe meerder sorg te draagen, Dat niets te leur van 's Heeren miltheit ging, Maar toe te sien dat hem ons werk behaage. [pagina 141] [p. 141] Ei leef dan! leef Lerinde voor uw' God! Hy waakt voor u om 't leven te verlengen, Op dat gy beide uw Kind'ren ('t is uw lot) Godvruchtig meugt voor haren Schepper brengen. O blyde dag! keer, keer noch menigwerf! Uw avond koom' met loode en traage schreeden: Een dag van liefde en vree beschyne uw Erf: Op dat Gods gunst roemwaardig word beleeden! Plaatst 's Heeren Naam op Voorpost en op drempel! Op dat men segg'; daar stigt men God een Tempel. ASTREA. 1703. Vorige Volgende