Mengel-digten(1750)–Aletta Beck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Morgen groet aan de herderrey, ter hutte van Philida. VErgeef my, die vry in kom treeden, 't Is op 't versoek van Philida, Een vrolik uurtje te besteeden Met herders knapen, die soo dra De melkpot rommelt saamen rotten, (Want 'k hoor meê onder dit gesin) Niet datse op desen drank versotten, Haar steekt wat anders in den sin: Van Kinderlyke plichtbewysen; Soo heb ik net op 't uur gepast, Om selden vrinden af te wysen, My selfs gemaakt een will'ge gast. Dies weest gegroet gesaame vrinden, En Cloris met uw Wyf Lerinde, God laat uw lang na desen vinden; Om 's Moeders hert met 't uw te binden. 1700. Vorige Volgende