Mengel-digten(1750)–Aletta Beck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] Klinkdigt. RAmpsalig Jodendom die in uw ballingschappen De leidster mist, die eer aan de Oosterkim verscheen, Gy sluit u ogen toe, ag herten hart als steen, Voor 't ligt daar 't heidendom vol moed u voor gaat stappen. Nu doolt en schuilt g'in 't wilt; maar 't bloet sal u beklappen, Nog leekende op uw hooft uit Jesus bitt're ween Te roekeloos ge-eist tot eeuw'ge smaat: ga heen God sal 't geplengde bloed ook uit uw ad'ren tappen. 't Beginsel uwer smert was doe Jerusalem, Met ramp op ramp gehoopt, liet hooren 's hemels stem, In 't Heilig Tempel Choor; Laat ons van hier vertrekken. 'k Ontlast my haarer sorg, sie daar myn woonstee woest, Het Priesterdom ontwyt de Schepterstaff, verroest, Om dat sy 't aangesigt van Moses niet ontdekken. 14 Maart 1701. Vorige Volgende