| |
| |
| |
Literatuur
Algemeen
1 | B.G. Escher, Algemeene geologie (Amsterdam 1945) |
2 | F.J. Faber, Geologie van Nederland, 2de druk ('s-Gravenhage 1933) |
3 | J.A. van der Kloes, Onze bouwmaterialen, deel I, Natuursteen (Amsterdam 1923) |
4 | W. de Vrind, G. van Dijk en J.A. Visser, Kennis van Bouwstoffen, deel IV, Natuursteen (Deventer 1941) |
5 | P. Noël, La pierre, matériau du passé et de l'avenir (Uitg. Institut Technique du Bâtiment et des travaux publics, Parijs 1943) |
6 | P. Noël, Technologie de la pierre de taille (Parijs 1965) |
7 | F. Müller, Gesteinskunde (Wunsiedel 1964) |
8 | G. Mehling e.a., Naturstein-Lexikon (München 1973) |
| |
Steensoorten
9 | A.L.W.E. van der Veen, Resultaten van het onderzoek van oude natuursteen, in opdracht van Afdeeling B der Rijkscommissie voor de Monumentenzorg I-IV. Overdrukken uit: Vertrouwelijke mededeelingen [en] notulen [van de] Rijkscommissie voor de Monumentenzorg 1920-1923 |
10 | A.L.W.E. van der Veen, Natuursteen, in: Het Bouwbedrijf 1925, blz. 237, 273, 299-301, 360-362 en 1926 blz. 72-73, 160, 235, 530-531 |
11 | A.L.W.E. van der Veen, Die ursprünglichen Gesteinsarten niederländischer Bauten alter Zeit, deren Entstehung, Herkunft und Verwitterung (Extrait de ‘Congrès international pour l'essai des matériaux, Amsterdam 12-17 septembre 1927’ - Den Haag, blz. 267-274) |
12 | J.A.L. Bom, Natuursteen bij historische bouwwerken, in: Bulletin Kon. Ned. Oudheidkundige Bond 1950, blz. 161-186 |
13 | P. van der Lijn, Het Keienboek, 6de druk, bewerkt door G.J. Boekschoten (Zutphen 1977) |
14 | W.F. Anderson, Molenstenen, in: Jaarboek Twente 1973, blz. 63-76 |
15 | J. de Brouwer, De uitbating van de steengroeven te Lede, in: Het Land van Aalst 1963, blz. 1-9 |
16 | Hardsteen (petit granit) (Uitg. Wetenschappelijk en technisch centrum voor het bouwbedrijf, Brussel 1973) |
17 | L. Keuller, E. Lahaye en W. Sprenger, Limburgse bouwsteenen, in: Publications de la Société historique et archéologique dans le Limbourg 1910, blz. 307-367 |
18 | W.C. Klein en F.H. van Rummelen, De natuurlijke bouwsteensoorten van Limburg, in: Het Bouwbedrijf 1925, blz. 147-150, 194-196, 274-278 |
19 | R.W. Jongmans, Geologische bezienswaardigheden in Epen en omgeving. Overdruk (Maastricht 1945) uit Mededeelingen [en] Jaarverslag Geologisch Bureau, Heerlen, 1942-'43, no 1 |
20 | C. Camerman, Beschrijving en gebruik in België en in Nederland van de Franse witte steen (Brussel 1957) |
21 | Witte natuursteen (Uitg. Wetenschappelijk en technisch centrum voor het bouwbedrijf, Brussel 1970) |
22 | P. Kruizinga, Resultaat van het gesteente-onderzoek, in: H. Martin, Vroeg-middeleeuwse zandstenen sarcophagen in Friesland en elders in Nederland (Drachten 1957), blz. 123-147 |
| |
Historische aspecten
23 | K. Friederich, Die Steinbearbeitung in ihrer Entwicklung vom 11. bis zum 18. Jahrhundert (Augsburg 1932) |
24 | A.L.J. van de Walle, Het bouwbedrijf in de Lage Landen tijdens de Middeleeuwen (Antwerpen 1959), blz. 53-64 |
25 | H. Janse, Bouwers en bouwen in het verleden (Zaltbommel 1965), blz. 47-55, 77-83 |
26 | F. van Tyghem, Op en om de middeleeuwse bouwwerf, deel I (Brussel 1966), blz. 71-113 |
27 | W.P. Dezutter en M. Goetinck, Tentoonstelling Op en om de bouwwerf, Catalogus (Brugge 1975), blz. 74-80, 171-176 |
28 | W. Jappe Alberts, Leveranties van steen uit het Rijnland voor de Dombouw te Utrecht en tolheffing op de
|
| |
| |
| Rijn, in: Nederrijnse studiën XIIIe-XVe eeuw door W. Jappe Alberts en F. Ketner (Bijdragen van het Instituut voor middeleeuwse geschiedenis der Rijks-Universiteit te Utrecht XXVII, Groningen, Djakarta 1954), blz. 1-48 |
29 | J.L. van Belle, L'industrie de la pierre en Wallonie (XVIe-XVIIIe s.) Particulièrement à Feluy-Arquennes, Ecaussinnes et Soignies (Gembloux 1976) |
30 | H. Heimberger, Frühmittelalterliche Trapezsärge aus dem Odenwald, in: Badische Heimat 36 (1956), blz. 125-138 |
31 | H. Martin, Vroeg-middeleeuwse zandstenen sarcophagen in Friesland en elders in Nederland (Drachten 1957) |
32 | H. Voort, Die holländische Steinhandelsgesellschaften in der Grafschaft Bentheim, in: Verslagen en Mededelingen van de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch regt en geschiedenis 1970, blz. 164-185 |
33 | G. de Leeuw, Bentheimer zandsteen, vanouds een internationaal handelsartikel, in: Tussen IJssel en Weser, overeenkomstige kultuurverschijnselen in het grensgebied van de prehistorie tot de 19e eeuw (Z.pl. 1972) |
34 | G. de Leeuw, Drentse doopvonten van Bentheimer zandsteen (Assen 1977) |
| |
Bewerking, aantasting, bescherming enz.
35 | Handleiding voor steenhouwers en marmerbewerkers (Materialenkennis - Boekdeel I) (Brussel 1973) |
36 | J.A.L. Bom, Middelen ter conservering en behoud van historische grafzerken, in: Nieuws-Bulletin Kon. Ned. Oudheidkundige Bond 1955, kol. 83-92 |
37 | Natuursteen; ervaringen met de bouwkundige toepassingen aan de buitenlucht in Nederland (Uitg. Stichting Ratiobouw, Rotterdam 1956) |
38 | T. Stambolov en J.R.J. van Asperen de Boer, The deterioration and conservation of porous building materials in monuments. A literature review (Uitg. International Centre for the study of the preservation and the restoration of cultural property, Rome 1972) |
39 | Idem, Idem, supplement 1975 (Uitg. ICOM Committee for Conservation, Venetië 1975) |
40 | Idem, Conservering van poreuze materialen in monumenten (vertaling van beide vorige titels) (Uitgave van het Bedrijfsschap voor het Stukadoors-, Terrazzo- en het Steengaasstellersbedrijf, Den Haag 1978). Met verdere literatuurverwijzigingen. |
41 | P.K. van der Schuit, Gevelreiniging, een Monumentenzorg. Reinigingsmiddelen en -methoden voor gevels van oudere gebouwen, in: Polytechnisch tijdschrift (Bouwkunde, wegen- en waterbouw) 1978, blz. 516-523 |
42 | P.K. van der Schuit, Schade gevelreiniging afwegen tegen die door vervuiling; Conservering is lapmiddel als verwering niet wordt aangepakt; Siliconenprodukten verschillen in samenstelling en uitwerking, in: Bouw 1978 resp. nr. 22 blz. 53-55, nr. 23 blz. 88-90 en nr. 24 blz. 51-54 |
| |
Nagekomen:
43 | J. Sprenger, Mergel, de Zuid-Limburgse mergel als bouwsteen, in: Katholiek Bouwblad XIX (1951-'52), blz. 333-335, 349-351, 365-366, 381-382 |
44 | W.M. Felder, Kalkstenen van het Bovenkrijt in Zuid-Limburg en hun exploitatie, in: Verhandelingen Kon. Ned. Geologisch Mijnbouwkundig Genootschap 29 (1973), blz. 51-62 |
45 | G. Overeem en J. Querido, Mergel, de Nederlandse natuursteen, in: Monumenten 2 (1981) nr. 6, blz. 17-25 |
46 | J. Röder, Die Mühlsteinbrüche von Mayen, Geländedenkmäler einer vor- und frühgeschichtlichen Groszindustrie, in: Bonner Universitätsblätter 1972, blz. 35-46 |
47 | H. van der Wal, Tufsteen in historische gebouwen - enige aspecten, in: Bulletin Stichting Oude Gelderse Kerken I (afl. 9, najaar 1979), blz. 221-228 |
48 | L'Industrie de la pierre en Belgique de l'ancien régime à nos jours; Colloque (nationale du Centre de l'Archéologie industrielle) du 20 novembre 1976, Ath 1979;
Idem, Catalogue de l'exposition organisée à l'occasion du idem, Maffle 1976 |
49 | A. Arnold, Grundlage der Steinkonservierung (E.T.H. Zürich 1977) |
|
|