hoogte moeten zijn van wat er in de wereld omgaat en hoe men daarin leeft.
Wanneer de ouders met vrucht hun kinderen naar hun opdracht willen onderrichten inzake de moderne literatuur, dienen ze te weten waarover ze het hebben. De jeugd van vandaag laat zich niet met een kluitje in het riet sturen. Dit boek wil zowel aan de ouders als aan hun kinderen het benodigde materiaal verschaffen voor dat noodzakelijke gesprek. Men kan het dus beschouwen als een handreiking aan de ouders en de oudere jeugd met betrekking tot de moderne literatuur, opdat met name de jongeren een open oog leren hebben voor de gevaren die ook hen bedreigen, maar ook voor de wanhoop, angst, zinloosheid en dood die het wezenlijke van de wereld uitmaken.
Met deze doelstelling is de methode gegeven. In dit kader past niet een behandeling, die in de eerste plaats uitgaat van de literaire werken zelf, waarbij men leest, bestudeert, onderzoekt en vergelijkt om op deze wijze tot een houding tegenover de huidige cultuur te komen. Deze methode zou vanuit literair-wetenschappelijk oogpunt de voorkeur verdienen. Dan zouden allerlei literaire, esthetische en structurele vragen aan de orde komen. Dat valt dus buiten het bestek van dit boek.
Uit de geformuleerde doelstelling vloeit voort, dat er veelal generaliserend over de moderne literatuur wordt gesproken. Verder is er niet naar één of andere vorm van volledigheid gestreefd, noch naar een behandeling van het allernieuwste. Doordat dit boek bestemd is voor lezers, die over het algemeen niet op de hoogte zijn van de inhoud van de moderne werken, werd ik voor de noodzaak geplaatst me in de keuze vele beperkingen op te leggen. Wanneer literaire werken, voornamelijk romans, aan de orde worden gesteld, dienen ze als illustratiemateriaal in het betoog. Hierbij heb ik me er niet toe laten verleiden uitgebreide uittreksels te geven, maar ik heb gekozen voor een bespreking van de mijns inziens karakteristieke eigenschappen en kenmerken van een werk. De keuze is in zekere zin willekeurig te noemen, zowel wat de auteurs als de werken aangaat. Binnen de gegeven doelstelling hoeft dat echter geen bezwaar te zijn.