| |
| |
| |
Biblografie
Om verder onderzoek naar lesmateriaal te vergemakkelijken, heb ik alle primaire en secundaire literatuur die voor schoolgebruik bedoeld is, in een aparte literatuurlijst ondergebracht. Omdat het op het gebied van de primaire literatuur niet altijd duidelijk is of iets voor school bedoeld is, maar er wel aanwijzingen zijn dat het er gebruikt is, heb ik besloten om alle primaire literatuur in deze lijst onder te brengen, dus ook moderne literatuur en wetenschappelijke edities. In de lopende tekst en de noten zijn deze verwijzingen in klein kapitaal afgedrukt.
| |
1 - Primaire literatuur en lesmateriaal
Aafjes, B. & M. Draak (ed.), De reis van sinte Brandaan. Amsterdam: Meulenhoff, [1948]. |
Adema, H., Beatrijs. Tekst en vertaling. 4e dr., Leeuwarden, 1992 (Vertaalde tekstuitgaven. Middeleeuwen 2). |
Adriaensen-Busch, M., P. Adriaensen & B. Beulens, Literatuurgeschiedenis in 40 lessen. Groningen, 1991. |
Alberdingk-Thijm, J.A., Karolingische verhalen. 1851 |
Anbeek, T. & J. Fontijn, Ik heb al een boek. Het analyseren van jeugdboeken, lectuur en literatuur. Groningen, 1975. |
Anslijn (1828), N., Schets van de beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde van den hoogleraar Matthijs Siegenbeek. Met een Voorberigt van bovengemelden hoogleraar. Haarlem: Bohn, 1828. |
Anslijn (1828a), N., Leesboek tot oefening in het kunstmatig lezen. Derde stukje. Leiden: Du Mortier, 1828. |
Appeldoorn, J. & W.F. van Vliet, Korte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, hoofdzakelijk ten dienste van het onderwijs aan hoogere burgerscholen en gymnasia. 's-Gravenhage: Ykema, 1899 (3e dr. 1907). |
|
Bataafsche Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, Nederduitsche chrestomathie, of voorbeelden van allerlei schrijfstijl, in proza en poezij. Leiden: Du Mortier; Deventer: De Lange; Groningen: Oomkens, 1805. |
Bergsma (ed.), J., Karel ende Elegast. Zutphen: Thieme, 1893 (KLP). |
Beuken, W.H. (ed.), Beatrijs. 6e, herz. dr., 's-Hertogenbosch, 1968 (Malmbergs Nederlandse Schoolbibliotheek). |
Biesheuvel, I. (ed.), Maerlants werk, juweeltjes van zijn hand. Amsterdam: Ambo/AUP, 1998 (Delta-reeks). |
Biesheuvel, I. & F. van Oostrom (samenstelling), Jacob van Maerlant. Amsterdam: AUP, 1999 (Tekst in Context 2). |
Bilt, E.F. van de, Letterkundig leesboek ten dienste van leerlingen van M.U.L.O.-scholen, H.B. scholen, lycea en andere inrichtingen van voortgezet onderwijs. 2e dr. Groningen [e.a.]: Wolters, 1920. |
Boer, P.J.C. de, Nederlandse helikon. Beknopte geschiedenis der Nederlandse en Vlaamse letterkunde. Zutphen: Thieme, 1950. |
Brandt Corstius, J.C., C.C. de Bruin & K. Meeuwisse (red.), Nederlands literatuurboek. Deel 1. 5e dr., Amsterdam: Meulenhoff, 1966. |
Brink, J. ten, Kleine geschiedenis der Nederlandsche letteren. Haarlem: Bohn, 1877. |
| |
| |
Calis, P., F.P. Huygens & B.W.E. Veurman, Het spel en de knikkers. Kernboek 1. Literatuurgeschiedenis van ca. 800 tot 1880. Amsterdam, 1972. |
Calis, P., F.P. Huygens & B.W.E. Veurman, Het spel en de knikkers. Kernboek 2. Literatuurgeschiedenis van 1880 tot heden. 2e bijgew. dr., Amsterdam, 1977. |
Calis, P., Onze literatuur. Amsterdam: Meulenhoff, 1983. |
Calis (1995), P., Onze literatuur (beknopte editie). Amsterdam: Meulenhoff, 1995. |
Calis (1995a), P., Onze literatuur (beknopte editie). Hulpboek. Amsterdam: Meulenhoff, 1995. |
Campen, S.G. van, Perspectief. Nederlandse literatuur. 6e dr., Zeist: NIB, 1977. |
|
Dautzenberg, J.A., Nederlandse literatuur. Geschiedenis, bloemlezing en theorie. 's-Hertogenbosch: Malmberg, 1989. |
Dautzenberg, J.A., Nederlandse literatuur (beknopte versie). Geschiedenis, bloemlezing en theorie. 's-Hertogenbosch: Malmberg, 1993. |
Dijkstra, B.A. & A.J. Schut, Literair werk uit vorige eeuwen. Groningen: Wolters-Noordhoff, 1968. |
Doorenbos, W., Handleiding tot de geschiedenis der letterkunde, vooral van den nieuweren tijd. Deel 1., Amsterdam: Kraay, 1869. |
Drop, W., F.Ch. van Gestel & J.W. Steenbeek, Randschrift. Kleine Nederlandse literatuurleergang voor cursussen van beperkte duur. Groningen: Wolters-Noordhoff, 1973. |
Drop, W. & J.W. Steenbeek, Indringend lezen 1. ‘Close-reading’ van poëzie. (Variaties op een thema 2a). Groningen, 1970. |
Duijser, J.L.Ph., Overzicht van de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde en van hare hoofdvormen in proza en poëzie. Groningen: Wolters, 1890. |
|
Elberts, W.A., Tabellarische handleiding tot de beoefening der Nederlandsche letterkunde. 3e verm. dr., Deventer: Van den Sigtenhorst, 1856. |
Elberts, W.A., Chronologische handleiding tot de beoefening der Nederlandsche letterkunde. Deventer: Van den Sigtenhorst, 1843 (eerste druk anoniem). |
Engels (ed.), G., Middelnederlandse epische en lyrische poëzie. (Klassiek Letterkundig Pantheon), Zutphen: Thieme, 1911. |
|
Fockens, P. Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, ten gebruike bij het onderwijs. Amersfoort: Slothouwer, 1881. |
|
Geene, W., Zes keer dwarskijken. Leiderdorp: De Kangoeroe, 1990. |
Geyter (ed.), J. de, Reinaart-de-vos in Nieuwnederlandsch met de regels van den middeleeuwschen versbouw in Dietsch en Duitsch, en onderzoek naar de quantiteit in Oudduitsch en Gothisch. Schiedam: Roelants, 1874 (KLP). |
Gielen, J.J., Belangrijke letterkundige werken. Leidraad bij de studie der Nederlandse literatuur met bloemlezing. Deel 1: Middeleeuwen en Vroeg-renaissance. 10e dr., Purmerend: Muusses, 1971. |
Gielen, J.J., Belangrijke letterkundige werken. 10e dr., Purmerend: Muusses (1e dr. 1932). |
Godthelp, H., Korte geschiedenis van de Nederlandse taalkunst. Haarlem: Stam, 1963. |
Gratama, A., Onze letterkunde. Groningen, 1924. |
J. Greshoff & J. de Vries, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Arnhem: Hyman, Stenfert Kroese & Van der Zande, 1925. |
| |
| |
Groot, D. de, L. Leopold & R.R. Rijkens, Inleiding tot de beoefening der Nederlandsche letterkunde. Bloemlezing uit de voornaamste schrijvers der 16e, 17e en 18e eeuw met ophelderingen en aantekeningen. 2 delen. Groningen: Wolters, 1867. |
Groot, B. de & H. Sinnema, Seismogram. Overzicht der Nederlandse literatuurgeschiedenis. 2e herz. dr., Groningen: Wolters-Noordhoff, 1968. |
Grootes, E., Het literaire leven in de zeventiende eeuw. Leiden: Martinus Nijhoff, 1984. |
|
Haan, C. de & J. Oosterman (samenstelling), Is Brugge groot? (Griffioenreeks), Amsterdam, 1996. |
Ham, J. van & J.C. Verkerk, Facetten en figuren. Inleiding tot de Nederlandse letterkunde. 's-Gravenhage [e.a.]: Nijgh & Van Ditmar, 1960. |
Heijden, M.C.A. van der (ed.), Spectrum van de Nederlandse letterkunde. (25 delen). Utrecht [e.a.]: Het Spectrum, 1968-1972. |
Heijnen, G., [e.a.], Functioneel Nederlands bovenbouw 4 vwo. Groningen, 1990. |
Hofdijk, W.J., Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde voor gymnasiën en zelf-onderricht. Amsterdam: Kraay, 1853. |
Huberts, W.J.A., Chronologische handleiding tot de beoefening van de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Dordrecht, 1858 en Amsterdam: Schleijer, 1861 [zonder tweede-drukvermelding]. |
Huygens, F.P. & B.W.E. Veurman, Gelood bestek. Leesboek ter voorbereiding van het literatuuronderwijs voor de middenklassen van het havo/vwo. 7e dr. Amsterdam: Meulenhoff, 1971 (1e dr. 1959). |
Huygens, F.P. & B.W.E. Veurman, Spectrum. Letterkundige geschiedenis en bloemlezing voor het voortgezet onderwijs. Deel 2. Amsterdam: Meulenhoff, 1961. |
Huygens, F.P. & B.W.E. Veurman, Beatrijs. 3e dr., Amsterdam: Meulenhoff, 1967 (Cahiers voor Letterkunde voor het voortgezet onderwijs). |
|
Ingeboekt. Een verzameling integrale teksten uit de Nederlandse literatuur van de middeleeuwen tot heden. (2 delen) 's-Hertogenbosch: Malmberg, 1973. |
|
Jager, B. & J.L. van der Velde, Taalgoed. Zutphen: Thieme, 1984. |
Jager, B., R.A.J. Kraaijeveld & M. Mulder-Damsma, Op niveau (literair). Zutphen: Thieme, 1994. |
Jansen, B., Literatuur & Maatschappij. Van Reinaert de Vos tot Meester Fok. Amsterdam: Meulenhoff Educatief, 1973. |
Janssens (ed.), J., Ridderverhalen uit de Middeleeuwen. (Bibliotheek der Nederlandse letteren) Amsterdam [e.a.]: Elsevier, 1979. |
Janssens [e.a.] (ed.), J., Van den vos Reynaerde. Het Comburgse handschrift. Leuven: Davidsfonds, 1991. |
Jentzsch, P. & B. Wachinger, Gegenwart und Mittelalter. Materialien zur kontrastiven Textarbeit in einem problemorientierten Deutschunterricht der Sekundarstufe. Frankfurt am Main, [z.j]. |
Jonckbloet, W.J.A., Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Groningen, 1871 (3e dr. 1886). |
Jong (ed.), A.J. de, Middelnederlandsche verhalen van wonderen en heiligen. (Nederlandsche schrijvers 17) Zwolle: Tjeenk-Willink, 1926. |
Jongen, L., Brandaan, een heilige zwerver. Amsterdam: Bulkboek, 1994. |
Jongen, L., Walewein, de neef van koning Arthur. (Griffioenreeks), Amsterdam: Querido, 1992. |
| |
| |
Jongen, L., Mariken van Nieumeghen. Amsterdam: Bulkboek, 1993. |
Jonkers, M.C.J.M. & L.A.A. Kruse, Taalwijzer. Nederlands voor mavo/havo/vwo. 4V. Voorschoten, 1989. |
Joode, J.C. de, Landleven. Gedichten en proza-fragmenten voor schoolgebruik verzameld. Zwolle: Tjeenk-Willink, 1923. |
|
Kaakebeen, C.G. & J. Ligthart(ed.), Beatrijs. Naar het Haagsche handschrift uitgegeven [...]. Groningen, 1902 (Van alle tijden 2). |
Kaashoek, P.M. & Th. Schouw, Levende letteren. Leiden: Spruyt, Van Mantgem & De Does, 1990. |
Karsemeijer, J, & G. Kazemier, Nederlands na 1600. Proza en poëzie ter lezing en verklaring voor leerlingen der hoogste klassen van Gymnasium, Lyceum en HBS. Groningen: Wolters, 1938 (19e dr. 1968). |
Kazemier, G. (ed.), Beatrijs. Zutphen, [1971] (Klassiek Letterkundig Pantheon). |
Keyser (ed.), P. de, De borchgravinne van Vergi. Antwerpen: De Nederlandsche boekhandel, 1943 (Klassieke Galerij). |
Klink, J. van, Literatuurboek. Groningen: Wolters-Noordhoff, 1985. |
Klink, J. van, Galerij van de Nederlandse literatuur. Groningen: Wolters-Noordhoff, 1991. |
Knuivers, T., Beknopt overzigt van de Nederlandsche letterkunde, hoofdzakelijk bestemd tot zelfoefening van hulp-onderwijzers en hulp-onderwijzeressen. Groningen: Folkers, 1859. |
Knuvelder, G., Inleiding tot de Nederlandse letterkunde. Compendium. 's-Hertogenbosch: Malmberg, 1951. |
Knuvelder (1969), G.P.M., Schets geschiedenis Nederlandse letterkunde. 34e dr., 's-Hertogenbosch: Malmberg, 1969 (38e dr. 1974). |
Knuvelder (1969a), G.P.M., Bloemlezing Nederlandse letterkunde. Deel 1. 25e dr., 's-Hertogenbosch: Malmberg, 1969. |
Knuvelder, G., Inleiding tot de Nederlandse letterkunde. Schets van de geschiedenis. 's-Hertogenbosch: Malmberg, 1939. |
Knuvelder, G., Inleiding tot de Nederlandse letterkunde. dl. IB, Bloemlezing. 's-Hertogenbosch: Malmberg, 1938. |
Komrij, G., De Middelnederlandse lyriek in duizend en enige bladzijden. Amsterdam: Bert Bakker, 1995. |
Kramer, W., Nederlandse teksten. Een litterair-stilistisch werkboek voor de hogere klassen van inrichtingen voor Middelbaar en V.H.O. 3 dln. Groningen [e.a.]: Wolters, 1950. |
Kuiper, G., Handleiding tot de beoefening der Nederlandsche taal en letterkunde voor de kadetten van alle wapenen. Letterkundige leercursus ten gebruike der Koninklijke Militaire Academie. Breda: KMA, 1844. |
Kuipers, R.K., Kleine geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. 3e herz. en verm. dr., Culemborg: Blom & Olivierse, 1901. |
|
Leeuwen, W.L.M.E. van, Beknopt overzicht der Nederlandse letterkunde. 9e dr., Groningen [e.a.]: Wolters, 1949 (le dr. 1936). |
Leeuwen, W.L.M.E. van, F.G.A. Stemvers, Poëzie en proza uit Noord- en Zuid-Nederland. Een bloemlezing ten dienste van het litteratuuronderwijs. 3e dr., Groningen: Wolters, 1958. |
Leopold, L., Hoofdpersonen uit de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Eene bloemlezing uit hunne werken. Groningen: Wolters, 1878. |
| |
| |
Leopold, L. & W. Pik, Nederlandsche letterkunde. Schrijvers en schrijfsters vóór 1600. Groningen [e.a.]: Wolters, 1916. |
Leopold, L., W. Pik & G.E. Opstelten, Nederlandsche schrijvers en schrijfsters. Proeven uit hun werken met beknopte biographieën en portretten. 10e omgewerkte dr., Groningen [e.a.]: Wolters, 1926. |
Lodewick, H.J.M.F., Literatuur, Geschiedenis & bloemlezing. Deel 1: Aanvang tot omstreeks 1880. 's-Hertogenbosch: Malmberg, 1958 (34e dr. 1979). |
Lodewick, H.J.M.F., Literaire teksten. 's-Hertogenbosch: Malmberg, 1964. |
Lodewick, H.J.M.F., W.A.M. de Moor & K. Nieuwenhuijzen, Ik probeer mijn pen... Atlas van de Nederlandse letterkunde. Amsterdam, 1979. |
Lodewick, H.J.M.F., Literaire kunst. 46e dr., 's-Hertogenbosch, 1980. |
Lodewick, H.J.M.F., P.J.J. Coenen & A.A. Smulders, Literatuur, geschiedenis & bloemlezing (nieuwe versie). Deel 1: Aanvang tot omstreeks 1880. 36e dr., 's-Hertogenbosch: Malmberg, 1983. |
Lulofs, F. (ed.), Van den vos Reynaerde. Groningen: Wolters-Noordhoff, 1983. |
Lulofs, F. (ed.), Beatrijs. 2e dr., Zwolle: Tjeenk-Willink, 1967 (Klassieken uit de Nederlandse letterkunde). |
|
Maas [e.a.], M. van der, Meesterverhalen. Barneveld: Bulkboek, 1994. |
Melopee 5. Literatuurboek. Deurne: Plantijn, 1993. |
Meulen, P. van der, Den spyeghel der salicheit van Elckerlijc. Hoe dat elckerlijc mensche wert ghedaecht Gode rekeninghe te doen. 3e dr., Amsterdam: Querido, 1967 (Cahiers voor Letterkunde voor het voortgezet onderwijs). |
Meulen, P. van der & F. Veenstra, Literatuurgeschiedenis in teksten en opdrachten. Deel 1: tot 1600. 7e dr., Groningen: Wolters-Noordhoff, 1970. |
Mierlo (ed.), J. van, Hadewijch, Strophische gedichten. Deel 2. Antwerpen [e.a.]: Standaard, 1942. |
Minnaert, G.D., Nederlandsch leesboek. Proza en poëzij der beste Nederlandsche schrijvers. Ten gebruike van middelbaar en lager onderwijs, verzameld en voorzien met eene schets van de geschiedenis onzer letterkunde. Gent: Rogghé; Leiden: Van den Heuvell & Van Santen, 1872. |
Mulder, S.l., Kort overzigt van de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, naar aanleiding van het grootere werk over dit onderwerp van den hoogleraar Matthijs Siegenbeek. Haarlem: Bohn, 1847. |
Mulder, G.C., Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. 3e herz. en verm. dr., Zutphen: Van Someren, 1855. |
|
Neylen, W. van, Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, met eene bloemlezing uit schrijvers van voor de negentiende eeuw. Amsterdam, 1900. |
|
Olthof, W.G.J., E.F. Roeland & A. Smabers, Taalcirkel. Thematisch-cursorische methode Nederlands voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. 4 vwo. Groningen, [z.j.]. |
Ornée, W.A. & N.C.H. Wijngaards, Letterkundig contact. Overzicht van de geschiedenis van de letterkunde in Noord- en Zuid-Nederland. Zutphen: Thieme, 1968. |
Overzicht der Nederlandse, Franse, Duitse en Engelse literatuurgeschiedenis, tot stand gekomen in onderlinge samenwerking van de leraren aan het Praedinius-gymnasium te Groningen. 6e dr., Groningen: Wolters, 1959. |
| |
| |
Pleij, H. (ed.), De blauwe schuit. Muiderberg, 1979. |
Pleij, H., Het literaire leven in de Middeleeuwen. Leiden: Martinus Nijhoff, 1984. |
Praas, J., Nederlands literatuuroverzicht. 7e dr., Amsterdam: Meulenhoff, 1979 (le dr. 1970). |
Prak, D., ABC van het leesdossier. Praktische tips, voorbeelden en richtlijnen. Amsterdam: Bulkboek, 1998. |
Prinsen, J., Schets van de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Zwolle: Tjeenk-Willink, 1912 (8e dr. 1930). |
|
Raaf, K.H. & J.J. Griss, Stroomingen en gestalten. Geschiedenis der Nederlandsche letteren. Rotterdam: Brusse, 1920. |
Raaf (1920a), K.H. de & J.J. Griss, Een nieuwe bundel. Letterkundig leesboek. Rotterdam: Brusse, 1920. |
Reest, R. van, Leidraad bij de behandeling van de Nederlandse letterkunde. dl. 1 (Middeleeuwen tot Reformatie), [z.j.]. |
Rombauts, E. (ed.), Karel ende Elegast. 8e dr., Zwolle: Tjeenk-Willink, 1976 (Klassieken uit de Nederlandsche letterkunde). |
Rijpma, E., Gids bij de studie der Nederlandsche letterkunde (17e, 18e & 19e eeuw). Groningen: Wolters, 1908. |
Rijpma, E., Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letteren voor leerlingen bij het middelbaar en hooger onderwijs en voor hoofdacte-studie. 4e dr., Groningen [e.a.]: Wolters, 1926. |
|
Scheepens, H., Beknopte samenvatting van de Nederlandse letterkunde voor athenea en h.a.v.o.-scholen. Zutphen: Thieme, [1971]. |
Schilleman, J. & L. Uijtdewilligen, Blauwdruk. Literatuur voor de bovenbouw. 's-Hertogenbosch, 1982. |
Schilleman [e.a.], J., Eldorado. Basisboek voor Nederlands en de Moderne Vreemde Talen. Amsterdam: Meulenhoff Educatief, 1998. |
Schlebusch [e.a.], J., Nieuw Nederlands. 4 havo. Groningen, 1993. |
Schothorst, W. van, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Leer- en leesboek voor gymnasia en hoogere burgerscholen. Deel 1: 1200-1700. Utrecht: Kemink, 3e dr. 1911 (10e dr. 1937). |
Slings, H. (samenstelling), Karel en Elegast. Amsterdam: AUP, 1997 (Tekst in Context 1). |
Slings, H. (samenstelling), Reinaert de vos. Amsterdam: AUP, 1999 (Tekst in Context 3). |
Smulders, T., Script. Literatuur in Noord- en Zuid-Nederland. 's-Hertogenbosch, 1987. |
Smulders (1987a), T., Script. Docentenboek. 's-Hertogenbosch, 1987. |
Spoelstra, H.A.C. [e.a.], Literatuurgeschiedenis van West-Europa. Zwolle: Tjeenk Willink, 1938. |
Stichting Schrijvers School Samenleving, Muisstil. Voorlezen in het voortgezet onderwijs. Met een inleiding van Ed Leeflang. Amsterdam: Stichting Schrijvers School Samenleving, 1992. |
Stoett (ed.), F.A., Die borchgravinne van Vergi. Zutphen, Thieme, 1892 (KLP). |
|
Tinbergen, D.C. & L.M. van Dis (ed.), Beatrijs. Naar het Haagse handschrift uitgegeven. 19e dr., Groningen, 1964 (Van alle tijden). |
| |
| |
Valk, J. van der, Onze letterkunde. Overzicht der Nederlandsche letterkunde met bloemlezing. Deel 1: Middeleeuwen. Rotterdam: Bredée, 1907. |
Veegens, D., De bloemlezing uit Nederlandsche prozaschrijvers van N.G. van Kampen verkort door -. Haarlem: Bohn, 1847. |
Vensters naar vroeger. Eenentwintig schoolvakken in middeleeuws perspectief. Amsterdam, 1984 (Bulkboek). V[loten], J. van, Verzameling van Nederlandsche prozastukken van 1229-1476 naar tijdsorde gerangschikt. Leiden [e.a.]: Gebhard, 1851. |
Vooys, C.G.N. de & G. Stuiveling, Historische schets van de Nederlandse letterkunde voor schoolgebruik en hoofdakte-studie. 21e dr., Groningen [e.a.]: Wolters, 1951. |
Vooys, C.G.N. de, J.H. van den Bosch & D.C. Tinbergen, Letterkundig leesboek voor Hoogere Burgerscholen en Gymnasia. dl. I bew. door De Vooys en Van den Bosch, Groningen [e.a.]: Wolters, 1919. |
|
Weemoedt, L., De ziekte van Lodesteijn. Amsterdam: Bulkboek, 1997-1998 (Penta Pockets nr. 9727). |
Wijk, E. van, Optiek. Een brede kijk op Nederlands. [Groningen]: Jacob Dijkstra, 1990. |
Willems, J.F., Reinaert de Vos. Naar de oudste beryming. Eecloo, 1834. |
Wytzes, A.L.J. & J.P. Moet, Werkboekje bij Uit onze letteren. Beknopt overzicht van de hoofdfiguren uit de Nederlandsche letterkunde met bloemlezing. Groningen [e.a.]: Wolters, 1933. |
Wytzes, A.L.J., Nederlandsche letterkunde. Beknopt overzicht van de vroegste tijden tot op heden ten gebruike op Christelijke inrichtingen voor middelbaar en voorbereidend hooger onderwijs, kweekscholen en hoofdaktecursussen. 4e herz. dr., Groningen [e.a.]: Wolters, 1933. |
|
Zeegers, L.Th., Nederlandsche chrestomathie. Bloemlezing uit de werken van eenige voorname hedendaagsche Nederlandsche prozaschrijvers en dichters, ten gebruike der jeugd ingerigt. 3e dr., Amsterdam: Weytingh & Van der Haart, 1852. |
Zeegers, L.Th., Bloemen van Nederlandsche proza en poëzie, uit den geheelden omvang der Nederlandsche letterkunde. Deel 1: Middeleeuwsche poëzie. Amsterdam: Brinkman, 1871. |
| |
2 - Secundaire literatuur
Abels, K., ‘Der Deutschunterricht und das Mittelalter. Zu einem Problem der Lehreausbildung und des Literaturunterrichts (I)’, In: P.G. Buchloh [e.a.] (red.), Literatur in Wissenschaft und Unterricht 3 (1970), 187-197. |
Acket, J.M., ‘Proeven van literatuurlessen’. In: Ntg 3 (1909), 289-305. |
Acket, J.M., ‘Uit mijn praktijk. Brokjes les, gedachten en ervaringen 3’. In: Ntg 6 (1912), 127-131. |
Acket, J.M., ‘Een verdediging’. In: Ntg 10 (1916), 113-127. |
Anbeek, T., ‘Knuvelder. De pilaarheilige.’ In: Literatuur 6 (1989) 6, 358-360. |
Assche (red.), A. van, Literatuurgeschiedenis op school? Leuven [e.a.], 1988. |
Assche, A. van, ‘Over de sprong in het verleden en de magneet van het heden. De nood aan literatuurgeschiedenis op school’. In: Van Gorp & De Geest (red.) 1992, 61-78. (Eerder verschenen in Van Assche 1988, 37-58.) |
| |
| |
Barend, M., ‘Historische teksten in de klas’. In: LT 372 (1982), 385-394. |
Bartels, A., Een eeuw middelbaar onderwijs 1863-1963. Groningen, 1963. |
Bastet, F.L., Louis Couperus. Een biografie. Amsterdam, 1987. |
Beckers, J., ‘Van toen en nu’. In: Literatuur 10 (1993) 6, 351-352. |
Beer, T.H. de, ‘Recensie van: Jan ten Brink, Kleine geschiedenis der Nederlandsche letteren. Haarlem: Bohn, 1877.’ In: Noord en Zuid 1 (1877), 280-281. |
Beer, T.H. de, ‘Recensie van: Jan ten Brink, Geïllustreerde geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Amsterdam: Elsevier’. In: Noord en Zuid 19 (1896), 186-188. |
Beer (1890), T.H. de, ‘De studie van de geschiedenis der letterkunde.’ In: Noord en Zuid 13 (1890), 315-342. |
Beer (1890a), T.H. de, ‘Recensie van: J.L.Ph. Duijser, Overzicht van de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde en van hare hoofdvormen in proza en poëzie. Groningen: Wolters, 1890.’ In: Noord en Zuid 13 (1890), 475-479. |
Beer, T.H. de, ‘Recensie van: Jan ten Brink, Geïllustreerde geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Amsterdam: Elsevier’. In: Noord en Zuid 19 (1896), 186-188. |
Beer, T.H. de, ‘Geschiedenis der letterkunde op de Hoogere Burgerschool.’ In: Noord en Zuid 30 (1907), 551-558. |
Bekkering, H., ‘De meester mag niet dalen, de scholier moet klimmen. De lotgevallen van een literatuurlijst’. In: Bzzletin nr. 184 (1991), 11-18. |
Bekkering, H. & A.J. Gelderblom (red.), Veelstemmig akkoord. Naar een nieuwe literatuurgeschiedenis. Verslag studiedag literatuurgeschiedenis, Den Haag, 17 januari 1997. Den Haag, 1997 (Voorzetten 52). |
Berg, B. van den, ‘Een nieuwe handleiding voor de leraar in het Nederlands.’ In: Ntg 56 (1963), 74-78. |
Berg, E. van den, ‘Genre en gewest. De geografische spreiding van de ridderepiek.’ In: TNTL 103 (1987), 1-36. |
Berg, W. van den, ‘Over het vaderschap van de Nederlandse literatuurgeschiedschrijving.’ In: Literatuur 6 (1989), 320-324. |
Bernards, F., ‘Er is maar één eis: dat het werkt. Historische letterkunde als internationaal literatuuronderwijs.’ In: Zwitserlood 1986, 47-54. |
Bindels, R., ‘Een prozaïsch bedrijf’. In: Literatuur 10 (1993) 4, 228-229. |
Boekholt, P.Th.F.M., Onderwijsgeschiedenis. Zutphen, 1991, (Cahiers voor lokale en regionale geschiedenis 6) |
Boekholt, P.Th.F.M., E.P. de Booy, Geschiedenis van de school in Nederland vanaf de Middeleeuwen tot aan de huidige tijd. Assen [enz.], 1987. |
Boekhout, L. & M. van Hattum, ‘Een onderzoek naar de problematiek rond de overgang van jeugd- naar volwassenliteratuur.’ In: Spiegel 10 (1992) 1, 107-118. |
's-Gravenhage, 1992. |
Bogman, J., ‘De kracht van het ongrijpbare. Een interview met Cyrille Offermans.’ In: Literatuur 1 (1984) 3, 129-135. |
Bolkestein, G., ‘Inperking van literatuuronderwijs.’ In: Taal en letteren 15 (1905), 549-566. |
Bona, K., Die Altdeutsche Dichtung im Unterricht. Frankfurt, 1964. |
Borgeld, A., ‘Over schooluitgaven en nog iets’. In: Ntg 20 (1926), 141-148. |
Bork, G.J. van, ‘Ten Brink. Idealist of positivist?’ In: Literatuur 6 (1989) 6, 329-332. |
Bouwman, A.Th., Reinaert en Renard. Het dierenepos Van den vos Reynaerde vergeleken met de Oudfranse Roman de Renart (2 dln.). Amsterdam, 1991. |
Boven, J., J. Janssens & J. Uyttendaele, Als dwergen op de schouders van reuzen...
|
| |
| |
Werken met middeleeuwse teksten in het middelbaar onderwijs. Brussel, 1982. |
Brackert, H., H. Christ & H. Holzschuh, Mittelalterliche Texte im Unterricht (2 dln.) (Literatur in der Schule), München, 1973-76. |
Braet, A., ‘Neerlandistiek en moedertaalonderwijs: een nieuw begin?’. In: Ntg 85 (1992), 193-204. |
Braet, A.C., In: NRC (30-08-1996). |
Brinke, J.S. ten, The complete mother-tongue curriculum. A tentative survey of all the relevant ways teaching the mother tongue in secondary education. Groningen, 1976. |
Brinkmann, H., ‘Dichtung des Mittelalters im Deutschunterricht’, In: Wirkendes Wort 7 (1956), 236-241. |
Broekmans, Th., ‘Literatuuronderwijs met Hooft en hart.’ In: Literatuur 10 (1993) 3, 165-167. |
Bruch, H., ‘Esmoreit’. In: LT 1947, 128-132. |
Buck, H. de, De studie van het Middelnederlandsch tot in het midden der negentiende eeuw. Groningen [enz.], 1930. |
Buijnsters, P.J., ‘Kennis van en waardering voor Middelnederlandse literatuur in de 18e eeuw.’ In: Dokumentatieblad werkgroep achttiende eeuw. 16 (1984) 1, 39-58. |
Buitenrust Hettema, F., ‘Het abel spel, de Esmoreit’. In: Taal en Letteren 11 (1901), 209-227. |
Bumke, J., Hoofse cultuur 1. Literatuur en samenleving in de volle middeleeuwen. Utrecht, 1986. |
Burger, P., ‘Ze gingen mee met Firapeel, en verzoenden zich geheel. Hertalingen van Middelnederlandse literatuur’. In: Literatuur 5 (1988) 4, 214-222. |
|
Calis, P., ‘De afbraak van het literatuuronderwijs’. In: Roodkoper 1 (1996) 3, 40-41. |
CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), Statistisch jaarboek 1995. 's-Gravenhage, 1995. |
Claasen, M., ‘“Het was in elk geval leuker dan les”’. In: Literatuur 10 (1993) 5, 291-292. |
Claasen, H., ‘Wensen omtrent literatuuronderwijs in de praktijk geamputeerd’. In: Moer (1983) 1, 24-30. |
Coenen, L. & J. Janssen, ‘Op weg naar geïntegreerd literatuuronderwijs’. In: LT (1997) 525, 661-664. |
Combat, K., ‘Temidden van een boos en overspelig geslacht. Een introductie tot “begeleide confrontatie” van leerlingen met literatuur.’ In: Tsjip/Letteren. Tijdschrift voor literaire, culturele en kunstzinnige vorming. 8 (1998) 1, 3-9. |
Constandse, D., ‘Literatuur in handen geven’. In: Zwitserlood 1986, 34-46. |
Corte, E. de, C.T. Geerligs & N.A.J. Lagerweij [e.a.], Beknopte didaxologie. 5e voll.herz.dr., Groningen, 1981. |
Cramer, J. & Th. Rensman, ‘Historische letterkunde in de praktijk’, In: Zwitserlood 1986, 24-33. |
Cramer, T., ‘Die Funktion der Altgermanistik für die Ausbildung des Deutschlehrers’, In: Jahrbuch für internationale Germanistik 1 (1974), 72-81. |
CVEN, Het CVEN-rapport. Eindverslag van de Commissie Vernieuwing Eindexamenprogramma's Nederlandse taal en letterkunde v.w.o. en h.a.v.o. 's-Gravenhage, 1991. |
| |
| |
Daele, H. van, Catalogus van de oude schoolboeken Nederlands gepubliceerd vóór 1900. Gent, 1974. |
Dasberg, L., Het kinderboek als opvoeder. Assen, 1981. |
Dautzenberg, J.A., ‘“Studiehuis” zal domein van de barbaren zijn’. In: De Volkskrant (27-04-1996). |
Debaene, L., ‘Middelnederlandse ridderepiek en latere prozaromans.’ In: Ntg 43 (1950), 84-92. |
Dijk, T.A. van, Het literatuuronderwijs op school. Een kritische analyse. Amsterdam, 1977. |
Dirksen, J., ‘Literatuuronderwijs rond de (komende!) eeuwwisseling, oftewel het sprookje van het vakoverstijgend literatuuronderwijs’. In: Tsjip 6 (1996) 2, 5-12. |
Dirksen, J. & D. Prak, Handleiding leesdossier. Een complete gids voor docenten Nederlands en moderne vreemde talen. Amsterdam, 1998. |
Dis [e.a.], L.M. van, Didactische handleiding voor de leraar in de moedertaal. 4e dr. Amsterdam [enz.], 1967 [le dr. 1962]. |
Dodde, N.L., Het Nederlandse onderwijs verandert. Ontwikkelingen sinds 1800. Muiderberg, 1983. |
Dubbeldam, M.A., ‘Doelstelling en methode van het literatuuronderwijs.’ In: LT (1967), 178-182. |
Dufloe, G., ‘Anna Bijns.’ In: Noord en Zuid 14 (1891), 354-559. |
Duinkerken, A. van & G. Knuvelder, Het letterkundig onderwijs op onze Middelbare Scholen (een polemiese briefwisseling). Tilburg, 1928. |
Durlinger, B. & W. de Moor (red.), Verslag van het symposium Historische teksten in het literatuuronderwijs 12-14 juni 1985 gehouden te Berg en Dal. Nijmegen, 1986. |
Durlinger, B., ‘Historische teksten in het literatuuronderwijs. Verslag van een symposium.’ In: Spiegel 4 (1986) 1, 69. |
|
Ent, W. van den, ‘De vereniging van leraren in levende talen en het moedertaalonderwijs.’ In: LT (1936), 51-71. |
Ent [e.a.], W. van den Het onderwijs in de Nederlandse taal en letterkunde op de middelbare school. Rapport van de commissie ter bestudering van de middelen tot verbetering van het onderwijs in het Nederlands aan scholen voor middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs. 's-Gravenhage, 1941. |
Erné, G. & J.S. ten Brinke, ‘Zo werken met oudere teksten dat er werkelijk iets aan is’. In: Moer 5 (1974), 237-243. |
Essen, E., ‘Mittelalterliche Dichtung in der heutigen Schule.’ In: Germanistik in Forschung und Lehre. Vorträge und Diskussionen des Germanistentages in Essen 21. - 25. Oktober 1964, 45-64. |
Essen, E., Zur Gegenwärtigkeit mittelhochdeutscher Dichtung im Deutschunterricht. Heidelberg, 1967. |
Essen, E., ‘Zehn Thesen über mittelhochdeutsche Texte im Unterricht.’ In: O. Schwencke (red.), Literatur in Studium und Schule. (Loccumer Kolloquien 1), Loccum, 1970, 92-94. |
|
Flippo, K.F., ‘Literatuurgeschiedenis in het voortgezet onderwijs.’ In: Spektator 16 (1986) 1, 54-66. |
|
Geel, R., Niemand is meester geboren. Geschiedenis van het Nederlandse schrijf- |
| |
| |
vaardigheidsonderwijs in de negentiende en twintigste eeuw. Muiderberg, 1989. |
Gelder, X. van & H. Wansink (red.), Heimwee naar de HBS. [Uitgave van De Volkskrant], 1998. |
Gelder, L. van & I. van der Velde, Kind, school, samenleving. Groningen, 1970. |
Geljon, C., Literatuur en leerling. Een praktische didactiek voor het literatuuronderwijs. Bussum, 1994. |
Gemert, L. van, Norse negers. Oudere letterkunde in 1996. Nijmegen, 1996. |
Gerhard, K., ‘Literaturdidaktik und Geschichtlichkeit der Literatur.’ In: Praxis Deutsch 8(1980), 5-7. |
Gerlach Royen, P., ‘Moedertaalonderwijs in de Nederlanden [Recensie van De Vos 1939]’. In: Ntg 34 (1940), 157-167. |
Gerritsen, W.P., ‘Geschiedverhaal of schetskaart. Overwegingen bij Knuvelders Handboek, deel 1, vijfde druk’. In: Ntg 68 (1975), 89-109. |
Gerritsen, W.P., ‘“De lust voor dezen studietak”. De medioneerlandicus en zijn publiek’. In: F.P. van Oostrom [e.a.], Misselike tonghe. De Middelnederlandse letterkunde in interdisciplinair verband. Amsterdam, 1991, 171-187. |
Gerritsten, W.P., ‘De identiteit van de Nederlandse litteratuur.’ In: W.C. Dik & G.W. Muller (red.), Het hemd is nader dan de rok. Zes voordrachten over het eigene van de Nederlandse cultuur. Assen [enz.], 1992, 28-46. |
Gielen, J.J., ‘Komparatistisch uitzicht in onze Nederlandse literatuurgeschiedschrijving’. in: Ntg 31 (1937), 1-26. |
Gielen, J.J., ‘Breuk of continuatie’. In: Ntg 32 (1938), 49-72. |
Godthelp, H., ‘Het letterkunde-onderwijs op de middelbare school.’ In: LT (1939), 34-45. |
Goedegebuure, J., ‘Canonvorming na Knuvelder’. In: Spektator 15 (1985/1986), 32-40. |
Goossens, J., De gecastreerde neus: taboes en hun verwerking in de geschiedenis van de Reinaert. Met een bibliografie van de moderne Nederlandse Reinaert-bewerkingen. Leuven [e.a.], 1988. |
Goossens, J., ‘Oudnederlandse en vroegmiddelnederlandse letterkunde’. In: TNTL 98 (1982), 241-272. |
Gorp, H. van & D. de Geest (red.), Even boven het evenwicht. Gedenkboek Armand van Assche. Leuven [enz.], 1992. |
Griffioen, J., Tegenspraak. Handelingsoriëntaties voor de leraar Nederlands in het voortgezet (basis)onderwijs. Groningen 1982. |
Groot, L. de, H. Kreeft & G. Rijlaarsdam, Beoordeling van schoolboeken. Een bundel artikelen over aspecten van de beoordeling van schoolboeken. Groningen, 1982 (DCN 11). |
Gysseling (ed.), M., Corpus van Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar 1300). 's-Gravenhage, 1977 (Bouwstoffen voor een woordarchief van de Nederlandse taal). |
|
Haase, G. & G. Reuschling, ‘Ältere Literatur im Deutschunterricht (Beispiel: Till Eulenspiegel).’ In: Diskussion Deutsch 18 (1974), 358-374. |
Haist, J., Schulische Rezeption mittelalterlichen Dichtung in der Bundesrepublik und in der DDR. Frankfurt, 1985. |
't Hart, F., ‘Vernieuwing en inspraak.’ In: Moer (1995), 293-294. |
't Hart, K. & G. van der Meulen, ‘Onderwijs in historische teksten.’ In: Moer (1985) 5, 2-8. |
| |
| |
Hawinkels, K., ‘Alsof de tijd heeft stilgestaan’. In: LT 446 (1989), 726-731. |
Heeris, F.J., ‘Recensie van: W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde in de Middeleeuwen. Dl. 1, 3e dr., Groningen: Wolters, 1884.’ In: Noord en Zuid 8 (1885), 57-60. |
Helden, M. van, ‘Verslag: Derde Leidse Letterendag’. In: Moer (1992) 5, 193-197. |
Henning, U., ‘Die Altgermanistik in Schule und Universität.’ In: Jahrbuch für internationale Germanistik 1 (1972), 157-169. |
Hogenelst, D. & F. van Oostrom, Handgeschreven wereld. Middelnederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen. Amsterdam, 1995. |
Hoogeveen, M. & H. Bonset, Het schoolvak Nederlands onderzocht. Een inventarisatie van onderzoek naar onderwijs Nederlands als eerste en tweede taal in Nederland en Vlaanderen. Leuven [e.a.], 1998. |
Hoogstra, S.S., ‘De Nederlandsche letterkunde op het examen voor hoofdonderwijzer’. In: T&L (1901), 21-25; 115-121; 191-197. |
Hulshof, H., Moedertaaldidactiek in ontwikkeling. Naar een vakdidactische kennisbasis. Nijmegen, 1995. |
|
Imelman, J.D., Inleiding in de pedagogiek. Over opvoeding, haar taal en wetenschap. Groningen, 1982. |
Interkom, ‘Historische literatuur’. In: Interkom, Moedertaalonderwijs in praktijk. Amsterdam 1987, 91 ev. |
|
Jäger, D., Praxis der schulischen Altgermanistik. Theoretische Ansätze, unterrichtspraktische Beispiele und empirische Versuche. Göppinger Arbeiten zur Germanistik 496, Göppingen, 1989. |
Janssen, T. & B. Triesscheijn, Gebruik, inhoud en effectiviteit van taal- en literatuurmethoden in Nederland en Vlaanderen. 's-Gravenhage, 1990 (Nederlandse Taalunie Voorzetten 31). |
Janssen, T., Het literatuuronderwijs Nederlands in de bovenbouw van het havo en vwo. Resultaten van een nationale enquête. (Interne publicatie van het ILO-Amsterdam), Amsterdam, 1992. |
Janssen, T., Literatuuronderwijs bij benadering. Een empirisch onderzoek naar de vormgeving en opbrengsten van het literatuuronderwijs Nederlands in de bovenbouw van het havo en vwo. Amsterdam, 1998. |
Janssens, J., De middeleeuwen zijn anders. Cultuur en literatuur van de 12de tot de 15de eeuw. Leuven, 1993. |
Janssens, J., ‘[Recensie van] Freddy de Schutter, “Het verhaal van de Nederlandse literatuur”’. In: Millennium 8 (1994), 77-79. |
Janssens, J., ‘Van Mierlo of Van Oostrom?’ In: J.D. Janssens [e.a.], Op avontuur. Middeleeuwse epiek in de Lage Landen. Amsterdam, 1998 (Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 18). |
Jauss, H.R., ‘Klassik - wieder modern?’. In: Der Deutschunterricht 2 (1976), 35-51. |
Jöckel, W., ‘Illusionäre Verbrüderung met der Vergangenheit. Altdeutsche Literatur im gymnasialen Deutschunterricht. Analyse und Modelle.’ In: Diskussion Deutsch. Sonderband 1972, 141-156. |
Jong (1938), A.C. de, ‘Recensie van: J.G.M. Moormann, De moedertaal; een didactiek voor het middelbaar (en lager) onderwijs. Nijmegen [e.a.], 1936.’ In: LT (1938), 397-406. |
Jong (1938a), A.C. de, ‘Recensie van: J. de Vries, Ph.J. Idenburg, J. Moormann, J.J. Gielen, Het onderwijs in het Nederlandsch op Gymnasium en H.B.-School.
|
| |
| |
Leiden, 1938.’ In: LT (1938), 406-411. |
Jong, A.C. de, ‘Recensie van: G.W. Wolthuis (ed.), Die waerachtige ende een seer wonderlijcke historie van Mariken van Nieumeghen. Amsterdam: Meulenhoff, [z.j.].’ In: LT (1936), 363-364. |
Jong, A.C. de, ‘Recensie van: C. Tazelaar, Beknopt handboek van de Nederlandse letterkunde. dl. 2, Groningen [e.a.]: Wolters, [z.j.].’ In: LT (1937), 212-215. |
|
Kalff, G., Het onderwijs in de moedertaal. Leiden, 1893. |
Kalff, G., Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Groningen, 1906-1912. |
Karg, I., ‘...Und waz si guoter lere wernt...’ Mittelalterliche Literatur und heutige Literaturdidaktik. Beiträge zur Geschichte des Deutschunterrichts 35. Frankfurt a.M., 1998. |
Karsemeijer, J., ‘Het Nederlands op het eindexamen der gymnasia.’ In: LT (1937), 179-184. |
Karsemeijer, J., ‘Het Nederlands op het eindexamen der gymnasia.’ In: LT (1938), 207-213. |
Kersken, W., ‘Literatur des Mittelalters im Deutschunterricht der Sekundarstufe II.’ In: Kühnel 1982, 97-114. |
Klinkenberg, S. & J. de Vroomen (red.), Tussen Apollo en Hermes. Hoofdstukken uit de geschiedenis van het moedertaalonderwijs in en buiten Nederland. Enschede, 1988. |
Kloek, J.J., ‘“Dit hoofdvak van alle beschaafde opvoeding”. Over de voorgeschiedenis van Nederlandse letterkunde als schoolvak’, in: Literatuur (1993), 267-279. |
Kloek, J.J., ‘“Niet als een bepaald vak van onderwijs”. Het schoolonderwijs in de Nederlandse letterkunde vóór het schoolonderwijs in de Nederlandse letterkunde.’ In: Nederlandse letterkunde 3 (1998) 3, 214-224. |
Kluyver, A., ‘De geschiedenis der Nederlandsche letteren als examenvak.’ In: Noord en Zuid 22 (1899), 1-11. |
Knuvelder, G., Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. dl. 1, 2e herz. dr., 's-Hertogenbosch, 1957. |
K[oenen &] B[ogaerts]: ‘Het Onderwijs in de Moedertaal’, in: Noord en Zuid, 1 1877, 9-15, 75-76, 228-231. |
K[oopmans] (1916), J., ‘Recensie van: J.A.N. Knuttel, Bloemlezing uit de Nederlandsche Schrijvers sinds de Renaissance. dl. 3, Amsterdam, 1916’. In: Ntg 10 (1916), 312-313. |
K[oopmans] (1916a), J., ‘Recensie van: L. Leopold, W. Pik, Nederlandsche Letterkunde. Schrijvers en Schrijfsters vòòr 1600. Groningen [e.a.], 1916.’ In: Ntg 10 (1916), 313. |
K[oopmans], J., ‘Recensie van: E.F. van de Bilt, Letterkundig leesboek voor leerlingen van M.U.L.O.-scholen. Groningen [e.a.], 1918’. In: Ntg 13 (1919), 56. |
Kraaijeveld, R., ‘Karel ende Elegast in een nieuwe jas [recensie van slings 1997]’. In: LT 533 (1998), 480-481. |
Kramer, W., Grondlijnen voor een methodiek en didactiek van het voortgezet Moedertaal-onderwijs. Groningen [e.a.], 1941. |
Kramer, W., ‘Moedertaalonderwijs.’ In: Ntg 31 (1937), 221-228. |
Kroon, F. & J. van der Zee, Middelbaar-onderwijswet. 18e dr., Zwolle, 1950. |
J. Kühnel [e.a.] (red.), Mittelalterrezeption II. Gesammelte Vorträge des 2. Salzburger Symposions ‘Die Rezeption des Mittelalters in Literatur, Bildender Kunst und Musik des 19. Und 20. Jahrhunderts’. Göppingen, 1982. |
| |
| |
Kuhn, A. & J. Rüsen (red.), Fachwissenschaftliche und fachdidaktische Beitrage zur Geschichte der Weiblichkeit vom frühen Mittelalter bis zur Gegenwart mit geeigneten Materialien für den Unterricht. Dusseldorf, 1983. |
Kuiper, W., ‘Over het slaan van vrouwen in de voorhoofse epiek.’ In: Tijdschrift voor sociale geschiedenis 10 (1984) 35, 228-242. |
Kuitert, L., ‘“Wij willen Nieuwe Gidsen zijn, c'est ça.” Het ideaal van de Zwolsche Herdrukken (1890-1914)’, in: De Boekenwereld (8, 1992), 215-223. |
Kuitert, L., Het ene boek in vele delen. De uitgave van literaire series in Nederland 1850-1900, bevattende velerlei wetenswaardigheden en ophelderingen, alsmede nieuwe gezichtspunten en overwegingen met betrekking tot de geschiedenis van het Nederlandse literaire boek in de tweede helft der negentiende eeuw. Waaraan toegevoegd een lijst van literaire series die in de jaren 1850-1900 in Nederland zijn uitgegeven. With a summary in English. Met platen. Amsterdam, 1993. |
Kuitert, R., ‘Recensie van: A.J. Schneiders, P.H. Greiner, Tabellarisch overzicht van de vier literaturen. 's-Gravenhage: Naeff, 1936.’ In: LT (1937), 80-81. |
|
Laan, J.E. van der, ‘Recensie van: H. Godthelp, Proza en poëzie in Nederlands van 1200-1880. Groningen [e.a.]: Wolters, 1939.’ In: LT (1939), 131-132. |
Laan, J.E. van der, ‘De letterkunde in het rapport-1941.’ In: LT (1942), 208-215. |
Lakwijk, H. & Th. Rensman, ‘De reien van 5 havo en andere werkopdrachten bij de Nederlandse letterkunde.’ In: Moer 6 (1975), 307-325. |
Lansberg, Ph.A., Proeve eener descriptieve methodiek van het onderwijs in de Nederlandsche letterkunde aan de scholen voor middelbaar en voorbereidend hooger onderwijs in Nederland. Groningen [e.a.], 1924. |
Leest, J., Het voortgezet onderwijs in de moedertaal. Groningen, 1932. |
Leeuwen (1925), W.L.M.E. van, ‘Over litteratuuronderwijs.’ In: Ntg 19 (1925), 39-48. |
Leeuwen (1925a), W.L.M.E. van, ‘Een nieuwe litteratuurgeschiedenis.’ In: Ntg 19 (1925), 291 ev. Leeuwen, W.L.M.E. van, ‘Ideaal en praktijk’, in: LT (1932), 83-93 en 156-168. |
Lentz, L., ‘Slechte tijden voor het literatuuronderwijs. Het leerplan fictie stelt teleur.’ In: Tsjip 4 (1994) 2, 4-13. |
Lohman, W., ‘Literatuuronderwijs. Doelstellingen en toetsing’. In: LT 1987, 459-464. |
LWM (Leidse Werkgroep Moedertaaldidactiek), Moedertaaldidactiek. Een handleiding voor het voortgezet onderwijs. 4e herz. dr., Muiderberg, 1986. |
|
Maas, D. & W. de Moor, ‘Wat betekent de Tweede Fase voor literatuur bij Nederlands?’. In: Tsjip 5 (1995) 4, 10-14. |
Maas, H., ‘Die altdeutsche Dichtung im modernen Deutschunterricht’. In: Blätter für den Deutsch-lehrer 4 (1970), 110-113. |
Mertens, Th., ‘Boeken voor de eeuwigheid. Ter inleiding’. In: Th. Mertens [e.a.], Boeken voor de eeuwigheid. Middelnederlands geestelijk proza. (Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 8), Amsterdam, 1993, 8-35. |
Meves, U., ‘Die Rezeption der älteren deutschen Literatur in den gymnasialen Lehrplänen der 70er Jahre in der Bundesrepublik Deutschland.’ In: Kühnel 1982, 115-134. |
Mierlo, J. van, Beknopte geschiedenis van de Oud- en Middelnederlandsche letterkunde. 2e dr. Antwerpen [e.a.], 1933 (le dr. 1928). |
| |
| |
Mierlo, J. van, De letterkunde van de Middeleeuwen tot omstreeks 1300. (De Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden 1). 1939. |
Mierlo, J. van, Prof. dr. J. van Mierlo S.J. en de proloog van de Reinaert. Zwolle, 1953. |
Miltenburg, A.P.J., ‘De Middeleeuwen op school’. In: Madoc 7 (1993) 3, 148-153. |
Minnaard, J., ‘Oudere teksten in het literatuuronderwijs’. In: LT 404 (1985), 486-489. |
Minnaard, J. & J. Schilleman, ‘Zes op een rij. Zes literatuurmethodes in vogelvlucht vergeleken.’ In: LT (1986), 93-98. |
Mönks, F.J. & A.M.P. Knoers, Ontwikkelingspsychologie. Inleiding tot de verschillende deelgebieden. 3e herz.dr., Nijmegen 1978. |
Moerbeek, J.L.M., Canons in context. Canonvorming in het literatuuronderwijs Nederlands in Nederland en Vlaanderen. [uitgegeven in eigen beheer], 1998. |
Moor, W. de, ‘Overal kloven, hier en daar een vlonder’. In: Moer (1980) 3, 2-14. |
Moor, W. de, ‘De overwaardering van oud en poëtisch. Nijmeegs onderzoek literatuuronderwijs’. In: LT (1981). |
Moor, W. de, ‘Van tekstbestudering naar tekstervaring. Literatuurdidactiek, een wetenschap in wording’. In: Leidse werkgroep moedertaaldidactiek, Moedertaalonderwijs in ontwikkeling. Een overzicht van onderzoek tot 1981. Muiderberg, 1982, 455-488. |
Moor (1986), W.A.M. de, ‘Poëzie is de trilling in uw hart. Stemmen uit het Grijze Verleden van de literatuurdidactiek I (1880-1918)’, in: LT 410 (1986), 306-311. |
Moor (1986a), W.A.M. de, ‘Een piano vol appelen. Stemmen uit het Grijze Verleden van de literatuurdidactiek II (1918-1940)’, in: LT 411 (1986), 378-384. |
Moor (1986b), W. de, ‘Inleiding: literatuuronderwijs als werk in uitvoering’. In: Zwitserlood 1986, 11-22. |
Moor (1986c), W. de, ‘Als zelfs vergaan al stilgeschilderd is. Een les over literatuur en beeldende kunst in het onderwijs’. In: Zwitserlood 1986, 71-89. |
Moor, W. de (red.), Stiefkind en bottleneck. De toetsing in het literatuuronderwijs. Nijmegen, 1990. |
Moor [e.a.] (1992), W. de, Schatbewaarder tussen coryfeeën. W.L.M.E. van Leeuwen en De Schoonheid. Hengelo [e.a.], 1992. |
Moor (1992a), W. de, ‘Een misverstand omtrent tekstervaringsmethoden.’ In: Tsjip. Tijdschrift voor literaire vorming. 2 (1992) 2, 43-49. |
Moor (1992b), W. de, ‘Ik lees de tekst, de tekst leest mij. Reflectiviteit en literaire competentie.’ In: Van Gorp & De Geest 1992, 181-197. |
Moor, W. de, ‘Prangende vraag: hoe breng je leerlingen historisch besef bij? Beoordeling literatuurmethoden Nederlands (thema: literair-historisch).’ In: LT 495 (1994), 595-603. |
Moor, W. de & I. Bolscher (red.), Literatuuronderwijs in het studiehuis. Bijdragen tot de ontwikkeling van vakoverstijgend en geïntegreerd literatuuronderwijs. 's-Gravenhage, 1996. |
Moor, W. de & F. Staatsen, ‘Een voor het literatuuronderwijs fatale ontwikkeling. De nota Profiel van de Tweede Fase’. In: Tsjip 4 (1994) 1, 4-8. |
Moor, W. de & M. Thijssen, ‘Leerlinggericht literatuuronderwijs in theorie en praktijk. Een Nijmeegs onderzoek naar problemen van leraren.’ In: LT 406 (1985), 639-644. |
Moor, W. de & M. Thijssen, ‘Nijmeegs onderzoek naar problemen van docenten in “leerlinggericht” literatuuronderwijs.’ In: Spiegel 6 (1988) 1, 47-78 en 2, 49-86. |
| |
| |
Moor, W. de & M. van Woerkom (red.), Neem en lees. Literaire competentie. Het doel van het literatuuronderwijs. 's-Gravenhage, 1992. |
Moormann, J.G.M., De Moedertaal. Nijmegen [enz.], 1936. |
Mulder, J. & M. Wijffels, Literatuur en persoonlijke ontwikkeling. Amsterdam, 1992. |
|
NICL (Nederlands Informatiecentrum voor Cultuur en Literatuur), Catalogus leermiddelen Nederlands. 1992. Nieuwe bijdragen ter bevordering van het onderwijs en de opvoeding voornamelijk met betrekking tot de lagere scholen in het Koningrijk der Nederlanden. Leiden [e.a.], 1830. |
|
Offermans, C., ‘In studiehuis zal het boek gesloten blijven’. In: De Volkskrant (09-11-1996). |
Oostdam, R. & Th. Witte, ‘Vergelijkend warenonderzoek literatuurmethoden Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans.’ In: LT (1994), 584-594. |
Oostrom, F.P. van, Reinaert primair. Over het geïntendeerde publiek en de oorspronkelijke functie van Van den vos Reinaerde. Utrecht, 1983. |
Oostrom, F.P. van, ‘Benaderingswijzen van de Reinaert.’ In: M. Spies(red.), Historische letterkunde. Facetten van vakbeoefening. Groningen, 1984. |
Oostrom, F.P. van, Het woord van eer. Literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400. Amsterdam, 1987 (4e dr. 1993). |
Oostrom [e.a.], F.P. van, Misselike tonghe. De Middelnederlandse letterkunde in interdisciplinair verband, Amsterdam, 1991, Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen 5. |
Oostrom, F.P. van, ‘Postmoderne medioneerlandistiek. Bij wijze van inleiding’. In: Van Oostrom [e.a.] 1991, 7-24 en 188-189. |
Oostrom, F.P. van, ‘Schetskaart of geschiedverhaal? Over methode en praktijk van (een) geschiedschrijving van de Middelnederlandse letterkunde.’ In: F. van Oostrom, Aanvaard dit werk. Over Middelnederlandse auteurs en hun publiek. Amsterdam, 1992, Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen 6, 117-135. |
Oostrom [e.a.], F. van, Grote Lijnen. Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen. Amsterdam, 1995, Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen 13. |
Oostrom, F. van, ‘De toga van Jonckbloet’. In: Oostrom [e.a.], F. van, Grote Lijnen. Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen. Amsterdam, 1995, Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen 13, 9-26. |
Oostrom, F. van, Maerlants wereld. Amsterdam, 1996. |
Oostrom, F. van & H. Pleij, ‘Middelnederlandse letterkunde op de middelbare school. Het doel is heilig - nu de middelen nog’. In: Literatuur 14 (1997) 5, 282-288. |
|
Peer, W. van & J. Tielemans, Instrumentaal. Fundamenten en modellen voor moedertaalonderwijs. (2 dln.) Leuven [enz.], 1984. |
Peer, W. van & R. Soetaert, ‘De canon onder water? Over de positie van de literaire canon in het onderwijs.’ 1989. |
Peer, W. van, ‘Literatuuronderwijs en cultuuroverdracht’. In: LT 460 (1991), 193-195. |
Peer, W. van & R. Soetaert (red.), De literaire canon in het onderwijs. (Voorzetten 43), 's-Gravenhage 1993. |
| |
| |
Pleij, H., Het gilde van de Blauwe Schuit. Literatuur, volksfeest en burgermoraal in de late Middeleeuwen. Amsterdam, 1979 (2e verm. druk 1983). |
Pleij, H., ‘De plaats van historische teksten in het literatuuronderwijs.’ In: Zwitserlood 1986, 92-97. |
Pleij, H., ‘Met een boekje in een hoekje? Over literatuur en lezen in de middeleeuwen.’ In: Nederlandse literatuur van de late middeleeuwen. Utrecht, 1990. 101-136. (Eerder in: W. van den Berg, J. Stouten (red.), Het woord aan de lezer. Zeven literatuurhistorische verkenningen. Groningen, 1987. 16-18). |
Pleij, H., De sneeuwpoppen van 1511. Literatuur en stadscultuur tussen Middeleeuwen en moderne tijd. Amsterdam [e.a.], 1988. |
Pleij, H., ‘De canonfrustratie van de Middelnederlandse letterkunde in het onderwijs’. In: Van Peer & Soetaert (red.) 1993 (Eerder verschenen in: Literatuur 7 (1990) 6, 368-374). |
Pleij, H., ‘Middeleeuwen’. In: Stichting Schrijvers School Samenleving, Muisstil. Voorlezen in het voortgezet onderwijs. Amsterdam, 1992. |
Pleij, H., Dromen van Cocagne. Middeleeuwse fantasieën over het volmaakte leven. Amsterdam, 1997. |
Poelhekke, M.A.C.P., ‘Het onderwijs in letterkunde op de hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus’. In: De Gids (1907) 4, 442-463. |
Portegies (1995a), A., ‘Zal ik 'm blauw-metallic spuiten?’ In: Literatuur 12 (1995) 1, 17-18. |
Portegies (1995b), A., ‘Een race tegen de klok.’ In: Literatuur 12 (1995) 3, 150-151. |
Portegies (1995c), A., ‘Wereldliteratuur als utopie?’ In: Literatuur 12 (1995) 5, 279-280. |
Porteman, K., ‘De Nederlandse literatuurgeschiedschrijving voor schut’. In: Dietsche Warande en Belfort (1993), 251-258. |
Porteman, K., W. Verbeke & F. Willaert (red.), Tegendraads genot. Opstellen over de kwaliteit van middeleeuwse teksten. Leuven, 1996. |
Prinsen, J., ‘Beatrijs’. In: Noord en Zuid 14 (1891), 416-445. |
|
‘Recensie van: W.A. Elberts, Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde met een chronologische tabel der voornaamste schrijvers. 6e verm. dr., Deventer: Van den Sigtenhorst, 1879.’ In: Noord en Zuid 3 (1880), 252-255. |
Rijlaarsdam, G., ‘De beste methode is niet altijd de leukste en de leukste is niet altijd de beste. Beoordeling literatuurmethoden Nederlands (thema: literair-wetenschappelijk).’ In: LT 495 (1994), 604-611. |
Roozendaal, H. van, ‘Triest verhaal over lesuren en literatuur’. In: Eindhovens Dagblad (30-03-1994). |
Ruiter, F., ‘Regenbak of fontein: Nederlandse literatuurhistorici over volk en vaderland’, in: Forum der Letteren (1993, nr. 34), 29-51. |
|
Schäfer (red.), R., Germanistik und Deutschunterricht. Zur Einheit von Fachwissenschaft und Fachdidaktik. München, 1979. |
Schalkwijk, E., ‘Een analyseschema voor de beschrijving en beoordeling van leerboeken voor het literatuuronderwijs. Met toepassing van het schema o[p] vijf veelgebruikte literatuurleerboeken Duits.’ In: LT 435 (1988), 575-588. |
Schenkeveld-van der Dussen (red.), M.A., Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen, 1993. |
Schepers, J.B., ‘Het nieuwe taalonderwijs en het “kunstbegrip der nieuwe-gidsschool”’. In: Taal en letteren 6 (1896), 337-341. |
| |
| |
Schepers, J.B., ‘Onderwijs in Nederlandse letterkunde.’ In: Taal en letteren 14 (1904), 76-89. |
Schneider, J., Mittelhochdeutschen Liebeslyrik im Schulunterricht. Ein Erfahrungsbericht über die praktische Durchführung einer Unterrichtseinheit in einer Oberstufenklasse. Göppinger Arbeiten zur Germanistik nr. 242. Göppingen, 1978. |
Schneiders, A.J., ‘Richtingen en verhoudingen in het litteratuuronderwijs op de middelbare school’, in: Ntg 24 (1930), 143-153. |
Schneiders, A.J., ‘Een parallel.’ In: LT (1936), 364-365. |
Schneiders, A.J., ‘Onze klassiek de “Elkerlijk”.’ In: LT (1937), 105-112. |
Schönfeld, M., ‘Het voortgezet onderwijs in de Moedertaal.’ In: Ntg 27 (1933), 20-28. |
Schreiner, T., ‘In Caesars spoor. Verslag van een loszinnige praktijk’. In: Zwitserlood 1986, 55-59. |
Schut, B., J. Boven & J. de Zanger, Lezen & Kijken. Audiovisuele en andere ongebruikelijke middelen bij het literatuuronderwijs Nederlands. 's-Gravenhage, 1990. |
Schut, B., ‘Een visie op literatuuronderwijs en een leerplanmodel voor literatuuronderwijs’. In: Moer (1981) 6, 24-35. |
Schut, B.J.M., Literatuurdidactiek. Een bijdrage tot de theorievorming. Leiden, 1984. |
Schutter, F. de, Het verhaal van de Nederlandse literatuur. Middeleeuwen, renaissance, barok. Kapellen [enz.], 1992. |
Segers, R., Het lezen van literatuur. Baarn, 1980. |
Siegenbeek, M., Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, Haarlem, 1826. |
Siegenbeek, M., Redevoering over het openbaar onderwijs in de Nederduitsche welsprekendheid. Opnieuw uitgeg. door Korrie Korevaart, Hilversum, 1997. |
Simons, L., ‘Tentoonstelling Jan van Ruusbroec in de Stadsbibliotheek. Een woord van welkom.’ In: Antwerpen 28 (1982), 30-32. |
Sivirsky, A., ‘Naar een esoterisch literatuuronderwijs’, in: LT (1954), 522-533. |
Sjoer, E., Lessen over welsprekendheid. Een typering van de retorica's van de eerste hoogleraren in de vaderlandse welsprekendheid in de Noordelijke Nederlanden (1797-1853). Amsterdam, 1996. |
Slings, H., ‘Ik zou me heel alleen voelen als ik dat verleden niet achter me wist. Interview met Hessel Adema, uitgever van de reeks Vertaalde Tekstuitgaven.’ In: Literatuur 13 (1996) 4, 207-211. |
Smit, J., ‘Het middelbaar moedertaalonderwijs in de steigers.’ In: Ntg 37 (1943), 25-33. |
Soetaert, R., ‘Een helder hoofd en goed gestoffeerd. Het literatuuronderwijs en de literaire canon’. In: H. van Gorp, D. de Geest (red.) 1992, 151-164. |
Soetaert, R. & Luc Top, Een beeld van belezenheid. Over culturele geletterdheid. Lezingen van de Algemene Conferentie van de Nederlandse Taal en Letteren 1993 en van de Conferentie van de Universiteit Gent in 1994 over culturele geletterdheid. 's-Gravenhage, 1996. |
Spechtler, F.V., ‘Deutsche Sprache und Literatur des Mittelalters im Lehrplan der österreichischen Gymnasien.’ In: Kühnel 1982, 135-141. |
Spee, W. & F. Zwitserlood, ‘Historische letterkunde: enkele vragen en verantwoordingen.’ In: Zwitserlood 1986, 5-10. |
Staverman, W.H., ‘Over de methodiek van het Nederlands.’ In: LT (1952), 185-360 [in gedeelten afgedrukt]. |
| |
| |
Stoett, F.A., ‘Losse aanteekeningen op de Nederlandsche letterkunde’. In: Noord en Zuid 20 (1897), 193-252. |
Stuurgroep Profiel Tweede Fase, Tweede Fase. Scharnier tussen basisvorming en hoger onderwijs. Een uitwerking op hoofdlijnen van de nota's profiel van de Tweede Fase van het voortgezet onderwijs. 's-Gravenhage, [1993]. |
Stuurgroep Profiel Tweede Fase, 1994a, Tweede Fase. De Tweede Fase vernieuwt. Scharnier tussen basisvorming en hoger onderwijs, deel 2. 's-Gravenhage, 1994. |
Stuurgroep Profiel Tweede Fase, 1994b, Handleiding voor de vakontwikkelgroepen 2e Fase V.O.. Aanwijzingen voor het ontwikkelen van nieuwe examenprogramma's. 's-Gravenhage, 1994. |
|
Teitler, F., ‘De smaak van kauwgom of het literaire verlangen.’ In: LT (1993) nr. 482, 423-424. |
Thissen, J., D. Neyts & N. Rowan, Leraren over literatuuronderwijs. Verslag van een rondvraag onder leraren Nederlands in Vlaanderen en Nederland naar hun ervaringen en problemen bij het geven van literatuurlessen. (Nederlandse Taalunie Voorzetten 15), 's-Gravenhage, 1988. |
Thomassen, K., Voorlopige inventaris van het archief der Haarlemse uitgeverij De Erven F. Bohn N.V. Gedeponeerd in de Bibliotheek van de Rijksuniversiteit Leiden. Omvang 35.5 mtr. Leiden, 1977. |
Toussaint-Dekker, A., Boek en school. Een onderzoek bij leerlingen van het voortgezet onderwijs in de moedertaal en het lezen en beoordelen van Franse boeken voor school. Leiden, 1987. |
Tromp, H.T., ‘Stripverhaal en literatuur’. In: LT 297(1973), 210-213. |
|
Uitleg. Weekblad van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. (samenstelling Centrale Directie, Voorlichting, Bibliotheek & Documentatie), van 1994 t/m 1996 met supplement 2e Fase berichten. |
|
Vaartjes, G., ‘Ook vóór 1977 leefden er mensen. Literatuur in de klas’. In: Literatuur 10(1993)2, 101-102. |
Veenstra, H.D., ‘Het wereldbeeld, zoals men zich dat dacht in de XIIIe eeuw.’ In: LT (1939), 47-51. |
Ven, P.H. van de, ‘Het nut van het nutteloze’. Een interpretatie van visies op literatuuronderwijs sinds het einde van de negentiende eeuw. Nijmegen, 1990. |
Ven, P.H. van de, Moedertaalonderwijs. Interpretaties in retoriek en praktijk, heden en verleden, binnen- en buitenland. Groningen, 1996. |
Verbeek, J., Voorlichtingsbrochure Nederlands havo/vwo. Actuele stand van zaken invoering Tweede Fase inclusief examenprogramma 's. Enschede, 1996. |
Verbij-Schillings, J., Beeldvorming in Holland. Heraut Beyeren en de historiografie omstreeks 1400. Amsterdam, 1995 (Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen XIII). |
Verdenius, A.A., ‘Daalders-editie van Maerlant’. In: Ntg 23 (1929), 148-153. |
Vermeulen, Y.G., ‘Historische Nederlandse letterkunde in de klas’. In: LT 459 (1991), 118-120. |
Vis, G.J., ‘Van Groningen tot Luik. De beginjaren van het academische handboek voor Nederlandse letterkunde en welsprekendheid.’ In: De negentiende eeuw. Documentatieblad werkgroep 19e eeuw. 12 (1988) 3, 180-204. |
Vis, G.J., '23 september 1797: De doopsgezinde predikant M. Siegenbeek inaugu- |
| |
| |
reert te Leiden als ‘professor eloquentiae hollandicae extraordinarus. De professionalisering van de neerlandistiek.’ In: M.A. Schenkeveld-van der Dussen (hoofdred.), Nederlandse literatuur. Een geschiedenis. Groningen, 1993, 395-402. |
Vitringa, A.J., Tegenwoordige toestand en plan tot hervorming van het middelbare onderwijs. Arnhem, 1860. |
VOGN (Vakontwikkelgroep Nederlands), Advies Examenprogramma's havo en vwo. Nederlands. 's-Gravenhage, 1995. |
Vos, H.J. de, Moedertaalonderwijs in de Nederlanden. Een historisch-kritisch overzicht van de methoden bij de studie van de moedertaal in het middelbaar onderwijs sedert het begin van de 19e eeuw. 2 dln. Turnhout, 1939, Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- & Letterkunde reeks 6, nr. 61. |
Vriend, G. de, Literatuuronderwijs als voldongen feit. Legitimeringen voor het lezen van literatuur op school. Amsterdam, 1996. |
Vriend, G. de, ‘“De meester mag niet dalen, de scholier moet klimmen”. Een geschiedenis van ambities en frustraties.’ In: Literatuur 14 (1997) 5, 262-267. |
Vries, J. de, ‘Boeken bij het literatuur-onderwijs’. In: Ntg 15(1921), 129-133. |
Vroome, J. de, ‘Dramatische werkvormen bij oude literaire teksten’. In: LT 422 (1987), 388-391. |
Vroomen, J. de, Toneel op school. Een historisch en theoretisch onderzoek naar opvattingen over en gebruik van drama in educatie. z.p., 1994. |
V[ooys], C. de, ‘Recensie van: J. van der Valk, Onze letterkunde. Overzicht der Nederlandse letterkunde met bloemlezing. dl. I Middeleeuwen, Rotterdam, 1907.’ In: Ntg 2 (1908), 263. |
V[ooys], C. de, ‘Recensie van: mej. A. Gratama, Onze letterkunde. Groningen, 1924.’ In: Ntg 18 (1924), 155. |
|
Wackers, P., ‘“Geschiedverhaal of schetskaart” revisited. Overwegingen bij de studie van de Middelnederlandse letterkunde’. In: F.P. van Oostrom, F. Willaert (red.), De studie van de Middelnederlandse letterkunde: stand en toekomst. Hilversum, 1989, 223-242. |
Wackers, P., ‘Inzicht in het verleden, zicht op de toekomst’. In: De Moor & Bolscher (red.) 1996, 71-77. |
Warnar, G., Het Ridderboec. Over Middelnederlandse literatuur en lekenvroomheid. Amsterdam, 1995 (Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen X). |
Werkgroep Stripverhalen, ‘Het stripverhaal in het literatuuronderwijs’. In: LT 308 (1975), 387-389. |
Wesdorp [e.a.], De positie van het onderwijs in het Nederlands en de rol van de overheid in Nederland en Vlaanderen. 1986. |
Willaert, F., ‘De poëtiek van het hoofse minnedicht en Hadewijchs Strofische gedichten’. In: J.D. Janssens (red.), Hoofsheid en devotie in de middeleeuwse maatschappij. Brussel, 1982, 71-84. |
Willaert, F., De poëtica van Hadewijch in de Strofische gedichten. Utrecht, 1984. |
Willaert, F., ‘Registraliteit en intertekstualiteit in Hadewijchs eerste strofische gedicht’. In: L. Herman [e.a.] (red.), Veertien listen voor de literatuur. Huldeboek aangeboden aan prof. dr. Clem Neutjens. Kapellen, 1993, 165-190. |
Willems (ed.), J.F., Belgisch museum voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands. Gent, 1837-1846. |
Winkel, J. te, Ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. Haarlem, 1907. |
Winkelman, J.H., ‘“Floris ende Blancefloer” op school. Een didactisch experiment
|
| |
| |
met een historische tekst’. In: LT 432 (1988), 366-373. |
Wit, J. de & G. van der Veer, Psychologie van de adolescentie. Ontwikkeling en hulpverlening. 16e, herz. dr., Nijkerk, 1989. |
Witte, Th., ‘Van de nood een deugd. Perspectieven voor vakoverstijgend literatuuronderwijs in de Tweede Fase.’ In: LT 499 (1995), 191-198. |
Woerkom, M. van, ‘De leesautobiografie als spiegel van de leescarrière.’ In: De Moor & Van Woerkom 1992, 182-197. |
Wolthuis, G.W., ‘Recensie van: A.J. de Jong, Nederlandse letterkunde. Een inleiding voor het middelbaar en gymnasiaal onderwijs. dl. 1, Groningen [e.a.]: Wolters, 1936.’ In: LT 1937, 136-139. |
Wolthuis, G.W., ‘Het rapport inzake het Nederlands.’ In: LT (1942), 66-73. |
Wunderlich, W., ‘“Alles daz ir habt vernomen, daz ist gar ein wint...”? Ein heuristischer Versuch zur Didaktik mittelalterlicher Literatur.’ In: Wirkendes Wort 4 (1980), 267-282. |
Wunderlich, W., ‘Mittelalterliche Literatur im Deutschunterricht.’ In: P. Braun & D. Krallmann (red.), Handbuch Deutschunterricht. Dl. 2, Literaturdidaktik. Düsseldorf, 1984, 279-298. |
|
Zijderveld, A., ‘Recensie van: E. Rijpma, Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letteren voor leerlingen bij 't middelbaar en hooger onderwijs en voor hoofdacte-studie. Groningen [e.a.], 1917’. In: Ntg 12 (1918), 101-107. |
Zijderveld, A., ‘Over het onderwijs in literatuur en haar historie’, in: LT (1931) 66, 132-139. |
Zijderveld, A., ‘De leermiddelen voor het onderwijs in de Nederlandse letterkunde gedurende de laatste vijf en twintig jaar.’ In: LT (1936), 35-48. |
Zijderveld, A., ‘Recensie van: A.J. Schneiders (ed.), De Spiegel der Zaligheid van Elkerlijk. Amsterdam: Meulenhoff, [z.j.]’, In: LT (1938), 415-418. |
Zwitserlood, F. (red.), Historische teksten in de klas. Een bundel artikelen over het gebruik van historische teksten in het literatuuronderwijs. (DCN-cahier 18), 's-Hertogenbosch, 1986. |
|
|