Yoeng poe tsjoeng(1933)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Lo Yang, de gezegende Hao, Hao, Lo Yang is een voorname stad; Men hoeft slechts 's goeverneurs paleis te aanschouwen En weten dat hij leeft met duizend vrouwen, Opdat men haar op rechte waarde schat. Hao, Hao, Lo Yang is een rechtvaardige stad; Ya Men doet iedren roover snel onthoofden, En laat grootmoediglijk den snoodberoofde Behouden wat hij na den roof bezat. Hao, Hao, Lo Yang is ook een veilige stad; Twaalf meter hoog zijn de eerbiedwaardige wallen, Wel zijn ze voor driekwart tot puin vervallen, Er komt geen oorlog meer, wat hindert dat? Hao, Hao, Lo Yang is een gezonde stad; Men kan er vrij en frisch op straat verkeeren, De pest verhoedt, streng als politie, dat De krotbewoners zich te snel vermeeren. Hao, Lo Yang is een wonderschoone stad; De paarlstroom glanst en doet jonken wieglen, 't Water wordt wel gebruikt als vuilnisvat, Maar blijft toch theetuin en paleismuur spieglen. [pagina 49] [p. 49] Lo Yang is een verrukkelijke stad; Wie zou niet voot 't geluk om er te leven - Binnen haar muren - alles willen geven Aan boetes en belasting wat hij had? Vorige Volgende