Het China van Slauerhoff
(1985)–J. Slauerhoff– Auteursrechtelijk beschermdAantekeningen en ontwerpen voor de Cameron-romans
[pagina 168]
| |
BeschrijvingBlad [18] recto: blad afkomstig van een schrijfboek van folioformaat; gelinieerd. Tekst in inkt. Zie voor blad [18] verso: document B-VII. | |
InhoudHet betreft hier een voorontwerp van Het leven op aarde, en wel Verzamelde Werken, VI, blz. 115, regel 6, tot blz. 116, regel 26. | |
Datering1933. | |
Ga naar margenoot+2Ga naar voetnoot1Uit het verre Westen over de oude uitgesleten halfvergeten karavaanwegen - kwamen reizigers - pelgrims kooplieden en ook door zwerfdrift bezetenen. maar allen dragen van de voortbrengselen en gebruiken van de landen daar 〈- van〉 〈+ ver in t Westen van〉 Moscovie Byzantium en Arabië - en bereikten het eerst van alle〈- n〉 steden van het rijk van het midden Tse KingGa naar voetnoot2. □ Sommigen 〈- trokken door〉 - bleven er als uitgeput door den te langen tocht en dachten niet meer aan heengaan. Het Westen waarvandaan zij kwamen - lag ver achter hen, te ver om er terug te keeren te veel gevaren waren er langs de vage wegen om ze ten tweede maal nu uitgeput en minder gewapend en minder geestdriftig te doorstaan op een trage terugtocht. Ook werd er over de stad van Kublai[s] KhanGa naar voetnoot3 waarheen zij hadden willen gaan in Tse King[,] koel afwijzend en minachtend gesproken als over een later opgekomene. die alle glans en rijkdom geleend of gestolen had van de oudere dieper in t rijk gelegen steden - Andren gingen toch naar KalganGa naar voetnoot4 en Pei PingGa naar voetnoot5 maar kwamen terug aangetrokken tot de stad waar zij t eerst na 't reizigers en steppen leven waren aangeland - Zij bleven binnen de wallen, oefenden er hun industrieen uit. en verspreidden hun geleerdheid. Tse King had geen tartarenstad en een mantschoeswijk zooals andere | |
[pagina 169]
| |
stedenGa naar voetnoot6 als smadelijke herinnering aan vroegere onderwerping. □ Maar wel eenige byzantijnsche gebouwen, een moskee - een [open ruimte] En het laatst kwam - alleen - als de eenigste van zijn ras. maar in een groote karavaan - zijn rijkdommen 〈- met〉 en onbekende ---Ga naar voetnoot7 met zich meevoerend - een man 〈- uit 〈- de〉een stad van〉 van het westelijkst ras. van het overal diep door de zee ingevreten werelddeel van het Westen. □ Hij kwam niet over de eindelooze en hemelhooge landwegen. door de steppen van Turkestan, de ketenen en ravijnen van Tibet - Zijn rasgenooten hadden varend over zee. voor Kanton de machtige maar verweekelijkte hoofdstad van het Zuiden aan de mond van de Paarlrivier op een smal schiereiland een vestiging.Ga naar voetnoot8 Zij noemden het een stad maar het was kleiner dan een middelmatig dorp van een der centrale provincies | |
CommentaarDoor de gehele tekst is van boven naar onder een kromme lijn getrokken. Waarschijnlijk is dit gebeurd toen dit ontwerp in een latere, verbeterde versie was opgegaan. Rechts boven staat het cijfer 2. Dit lijkt erop te wijzen, dat we met een fragment uit een groter geheel te maken hebben, waarvan het eerste blad en de bladen 3 en volgende verloren zijn gegaan. Op het verloren gegane eerste blad moet Slauerhoff aan het tweede deel van Het leven op aarde zijn begonnen, wat wel uitkomt als we letten op de definitieve tekst: in de Verzamelde Werken gaat slechts één bladzijde van dat tweede deel aan het onderhavige fragment vooraf. Dit eerste blad en de bladen 3 en volgende moet hij vernietigd hebben toen ze eenmaal waren verwerkt tot een volgende versie. Alleen blad 2 behield hij om op de keerzijde aantekeningen uit zijn lectuur te maken (zie de inleiding tot de C-groep). Deze handelwijze doet een verband veronderstellen tussen de verhaaltekst en de versozijde van het blad. Dat verband is te vinden in de tekening van Tcheng-tou. We hebben al vermoed, dat Slauerhoff bij zijn verhaal over Tsjong King vooral aan deze stad heeft gedacht. Het onderhavige fragment nu gaat juist over die stad, die hier nog Tse King heet (let op de onderstreping van Slauerhoff). Dit verband vertoont bovendien een paar merkwaardige details. Bij de beschrijving van Slauerhoffs tekening in de commentaar bij document B-VII hebben we onder meer op de volgende verschillen gewezen: op de plaats van ‘Ville Tartare’ op de plattegrond in Géographie universelle staat bij Slauerhoff zeker níet ‘Tartarenwijk’ maar wel Byz. wijk, dat wil zeggen: ‘Byzantijnsche wijk’; en in plaats van ‘Gabelle’, het kantoor der accijnzen, heeft hij aangegeven dat daar een moskee staat. Van beide zaken nu is in het fragment op de rectozijde uitdrukkelijk sprake: Tse King had geen tartarenstad en een | |
[pagina 170]
| |
mantschoeswijk (...). Maar wel eenige byzantijnsche gebouwen, een moskee (...). Bovendien moet op de bladen 3 en volgende de beschrijving van de stad zijn voortgezet, evenals dat in de romanuitgave is gebeurd. De veranderingen in de plattegrond zijn dus het gevolg van het reeds geschreven verhaalfragment. Niet alleen wordt hierdoor ons eerder uitgesproken vermoeden dat Tcheng-tou model heeft gestaan voor Tsjong King (Tse King) bevestigd, maar ook blijkt nu dat de tekening bijna als een illustratie bij de tekst kan worden opgevat. Bovendien wordt nu begrijpelijk, waarom uit het hele ontwerp voor het begin van het tweede deel van de roman alleen dit ene blad bewaard is gebleven. Het ging Slauerhoff niet om de tekst - die heeft hij zelfs doorgestreept - maar om de tekening. En die zal hij niet alleen nodig hebben gehad voor het tweede gedeelte van Het leven op aarde, maar ook voor deel III van de cyclus. Met reden is dus de plattegrond opgenomen in de B-groep, bij de aantekeningen ter voorbereiding van de romans, en niet bij document C-III. |
|