Verzamelde gedichten. Deel 1(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 364] [p. 364] De Matroos Voor zijn gemoed, verweerd, voortijdig grijs, Waren thuishavens niets dan 't eind der reis. De sterren naaste vrienden, voor wie de aard Alleen als kusten kent, waarlangs hij vaart. (Vertaald, anoniem) Vorige Volgende