Verzamelde gedichten. Deel 1(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 331] [p. 331] De Piraat en de Vliegende Hollander op de Lethe De Lethe is niet genoeg, Dit half vergeten is nog Kwellender dan vroeger. Met wroeging voor den boeg En snikken brekend in zog Ik vaar, maar 'k zie den oever, Achter de heuvlen gedaanten Die mij weer willen bekoren. Ik vrees dat ik nooit bereik, Aan berouw verloren, Het afgelegen rijk Waar onherroepelijk Het leven gaat verloren. Het doodschip is zwaar bezeild, De raas raken 't water aan, Roekeloos overijlt Een stervende zwarte zwaan Deze smorende bedding, Worstlend naar zijn redding: Onwereldschen oceaan. En mijn leven dat alles ontvliedt, Nesteling, liefkoozing, rust, [pagina 332] [p. 332] Heeft zich uit felbrandend verdriet Tot dit schip, deze schim gebluscht. Het drijft door koudschuimende golven En scheert de verwoede baren En dalen, uit welks vale Wanden doodsvensters staren, Telkens dieper bedolven. Tot het den eenige ontmoet Die hier doolt en niet klaagt, Met den dood in het bloed Doorleeft, het oordeel draagt, Onverschillig en zwart. Zijn slordig tuigage tart Het vlekkeloos azuur, Zijn verkalkte romp Weerstaat water en vuur En het grondeloos graf Dat zich telkens opent Maar deze prooi niet krijgt En zich wreekt, stilaf Knagende en staag sloopend. [pagina 333] [p. 333] Eeuwen lang hield het zijn koers, Nooit door de grilligheid Der zee verward, of in 't floers Der aardsche onverschilligheid. Op de verlaten waatren Overlevend verleden, Grafvluchtig, door de laatren Ongemoeid, gemeden, Het doorsnijdt alle kimmen, Deinend, gelijkmoedig, Ontmoet nooit andre schimmen, Verlaten en rampspoedig. En nu ontwaart de eenzame Een schip dat aan komt ruischen, Vragende met hem samen De Lethe op te kruisen. De zwarte verschoten vlag, Met roode teekens besponnen, Bedekt met resten bloed Lang geleden geronnen, Waarvan 't strakstaand stag Wordt neergehaald; hij groet. [pagina 334] [p. 334] De oude heeft geen doek, De steng is neergerot, Maar als een verraste vloek Valt het welkomstschot. Zoo door den meer ervaarne Tot tweede ingewijd, Bevaren zij samen de zee: Vergetelheid. Vorige Volgende