Verzamelde gedichten. Deel 1(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 304] [p. 304] Het Einde I In de zeeën waar de grijze Golven wild ten berge rijzen, Vliegend voordat zij, bevroren, 't Andre, vaste rijk behooren, Weert een wal van eeuwig ijs Een schim: een schip op havenlooze reis. De ongenaakbre gletscherkammen, Waardoor poolvulkanen vlammen, Hebben hun hooggeschaarden rand De zware wolken ingebrand, Die neerneevlen, walmen, rooken. Geen zon is ooit aangebroken Over 't nooit verlicht gebied, Waar Nacht ongestoord geniet Van zijn almacht; ook de maan Tast zijn zwarten wal niet aan; Noorderlicht smeedt hem een kroon Koudbrandend, afgrijslijk schoon. 't Schip, gebannen in omzeiling, Wijt het verblinding, overijling Dat geen doortocht is gevonden In de machtige rotsenronde. [pagina 305] [p. 305] Onder 't varen zonder vordren Is het eeuwen oud geworden En steeds voortgegroeid: te groot Voor den greep van ramp en dood. Bij het neerzien van de dekken Gaan de golven, duizlingwekkend Diep, schuimbekkend langs den romp, Alsof de zee in de' afgrond kromp. Zeilen, dwarrlend om de lange Masten, schijnen saam te hangen Uit het floers van vroegre zwerken, Voorwereldlijke vogelvlerken En het rag van spinnewebben, Waaronder weg de tijden ebben. De afgeleefde scheepsbemanning Staat in nooit verbroken spanning Op 't dek, in 't want verstard te staren Naar een straat om in te varen. [pagina 306] [p. 306] II Langs de einde- en kimmelooze wanden, Tusschen zee en zwerk geschoven vlakte, Zweeft het schip, een ster langs harden hemel, Tot de wanden splijten en terzijde Wijken, een plotslinge waterval 't Neersleurt in 't verborgene der wereld. [pagina 307] [p. 307] III In ijlende versnelling Stort de zee langs de helling Tusschen wijkende muren; Golven in zware zwelling Schuimen als witte vuren. 't Schip weet den zwaren val, Uit telkens dieper dal Opzwevend, te verduren. Een groene schemering Die licht en donker verving, Geeft de verzekering Dat dit eeuwig zal duren. 't Schip dat verschrikking gepeild Heeft en het leven ontzeild, Zal zich door de eeuwigheid sturen. Vorige Volgende