Verzamelde gedichten. Deel 1(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] Ontherseningslied Ik fabriceerde al jaren lang lijkkisten - Allerheiligenparochie, Marsveldstraat -, Mijn vrouw was een hoogst bekwame modiste: We verdienden op leven en dood, dat ging niet kwaad. Als 't mooi weer was op een Zondagmorgen, Dan trokken we onze beste spullen aan, Om te gaan zien naar het hangen en worgen En onthersenen al op de galgenbaan. Onze vieze wurmpjes gooiden met dadelpitten En zwaaiden geestdriftig poppetjes van karton; Wij gingen deftig in ons rijtuig zitten En rolden naar de baan zoo vlug als 't kon. Daar begon 't gedrang, we sloegen ons er doorhenen En stonden met eksteroogen op goeden voet; Ik klom altijd boven op een hoop steenen, Anders kreeg ik mijn bottines vol bloed. Weldra zijn wij met hersenbrij bespat, Mijn gade, ikzelf en onze stumpertjes; Die juichen: de Justitie zwaait zijn lat Tegen de lui met de looden nummertjes. - Daar zie 'k, haast aan de beurt, bij de machien' Een paap die collecteerde aan kerkedeuren; Jou ouwe schurk, jou heb ik meer gezien, Je hebt me afgezet, dat zal niet weer gebeuren! [pagina 100] [p. 100] Zie, de machine gaat van tiereliere, De hersenbrij kronkelt als een hoop pieren! Zie, hoe verbleeken de rentenieren! Hoera! Roept luidkeels uit: Leve Vader Ubu! Mijn vrouw trekt me aan de mouw, ik snauw: verrek! Zij: dooie pier, nu kun je onsterflijk worden, Gooi hem een vuilnishoop voor zijn bek! - De Justitie draait zich om, nu is 't aan de orde. Die uitstekende raad stijgt mij naar 't hoofd, En ik grijp heldenmoed en nog wat met Beide handen aan - 't was den burger beloofd, Maar 't ploft de Justitie op zijn platte pet. Zie, de machine gaat van tiereliere, De hersenbrij spat door de schedelkieren! Zie, hoe verbleeken de rentenieren! Hoera! Roept luidkeels uit: Leve Vader Ubu! Al daadlijk word ik over 't hek gesmeten; 't Geëerd publiek, verstoord om de euvle daad, Slingert mij, met het hoofd naar beneden, 't Groot gat in dat je levenslang niet weer verlaat. [pagina 101] [p. 101] Dat komt er van als fatsoenlijke luiden Op Zondag wandlen al naar de galgenbaan, Om te zien naar 't scalpeeren, kophakken, onthuiden: Je gaat levend heen, je komt er dood vandaan. (Jarry) Vorige Volgende