Serenade(1938)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] De Schalmei Zeven zonen had moeder: Allen heetten Peter, Behalve Wanjka die Iwan heette. Allen konden werken: Een was geitenhoeder, Een vlocht sandalen, Een zelfs bouwde kerken; Maar Iwan die Wanjka heette Wilde niet werken. Op een steen in de zon gezeten Bespeelde hij zijn schalmei. ‘O, mijn lieve, Mijn lustige, Laat mij spelen In de schaduw van mijn Koele rustige vallei. Laat andren werken, Sandalen maken of kerken. Wanjka heeft genoeg aan zijn schalmei.’ Vorige Volgende