Dat het spoedig voorbij ware. Kunt gij niet helpen?
Men moet de natuur haar loop laten. Men mag niets verhaasten. Het zou tegen het Godsbestier zijn en de ongeboren vrucht kunnen schaden.
Ik lijd helsche pijnen. Hebt gij dan heul voor mij?
Neem nog een lepel van den drank dien ik voor Uw Excellentie bereidde; dat is het machtigste middel.
Uw middel maakt mij suf en verdooft mijn gedachten. Die heb ik nu meer dan ooit noodig. Dan maar liever lijden. Maar hoe weinig kunt gij heelen, zonder te schaden tevens.
Ik kom mijzelf den laatsten tijd voor als een heelmeester wiens middelen niet of te laat worden genomen en bijna evenveel schaden als zij baten.
(Kreten worden hoorbaar.)
Ik geloof dat zij mijn hulp weer behoeft.
(Hij gaat en komt bij de deur terug.)
Zij behoeft nog meer steun. Kan een der joffers gehaald worden?
Zij moesten er allen zijn.
(Roept. Dienaar op.)
Haal joffer Sara, vlug.
(Bontius en dienaar af. Coen loopt alleen door de kamer. De kreten worden sterker.)
Joffer Sara kan niet komen.
Hoe, zij kan niet? Zij zal komen, ik beveel het, versta je?