weten dat ik geld afpers. Maar dan zijn wij allen gedood of ik gerechtvaardigd en de zuinigen en vrekken hier aan den kaak gesteld.
Men zal in Holland onze zuinigheid met de ons toevertrouwde gelden nooit laken, wat er ook gebeure.
Ach, mij zal men een keten omhangen als het goed gaat en een strop als het misloopt.
(Pauze)
.
Wil de Landvoogd deze vonnissen teekenen?
Neen. Ieder man die de wapenen kan dragen wordt begenadigd.
Ja, allen. Ik betreur dat er niet meer geboefte is. Ieder man zullen wij noodig hebben.
Uw Excellentie gelieft te schertsen om ons vrees aan te jagen. Of zij weet meer dan zij ons gezegd heeft.
Ik wil uwe gemoederen niet meer verontrusten dan zij kunnen verdragen.
Hoe denkt men de tucht te handhaven onder deze ordelooze troep?
Door er vuurmonden achter te zetten.
Hoe kunt gij vuurmonden missen die naar uw eigen zeggen ook veel te schaarsch waren?
De oude, die niet op tijd vervangen zijn, die niet ver genoeg dragen om den vijand te beschieten, wel om de lafaards die keert maken de ingewanden open te woelen. En ikzelf zal de ronde doen, dag en nacht, en hier en daar zal een lafaard die van de wallen springt, de punt van mijn degen vinden om hem op te vangen.