Timmerman, 37 jaar
Bij razzia in Haarlem gegrepen, onderweg naar het Oosten
Vrijdag, Zaterdag en Zondag 10 December 1944
- Vannacht voor het eerst een beetje fatsoenlijk geslapen Er is 700 man bij gekomen uit Delft. Om 9 uur ontbeten n.l. 2 sneedjes brood met een plakje spek van Kobus wat hij van zijn buur heb gekregen van dag of uur heb je hier geen benul, naar de kerk gaan is er niet bij, en de geruchten gaan als dat wij vanavond naar D [uitsland] gaan. Bij al die mensen hier is geen één geestelijken bij, dat is zeker niet nodig. Als je gaat slapen trek je je jas uit, en kruip onder je deken en klaar is Kees Ik heb al een stuk of 8 Zandvoorters hier gezien. Hongerkreten en Vaderlandse liederen worden er geschreeuwd, want van het eten krijg je hier geen vetbroerte, Buurman Frits kan uren lang vertellen van vroeger wat hij heeft meegemaakt en valt mij best mee. Er loopt hier een vent rond die lijkt als 2 druppels water op neef Karel. Ik begin mij hier al aardig thuis te gevoelen, als ik niet aan huis denk. Mij geschoren en gewassen met buurmans spullen en een brief naar Mev Emmens geschreven. De dagen en nachten duren hier erg lang. Onze etenswaren worden broedelijk verdeeld. Ik heb het minst bij mij 's middags om 4 uur met een rijnaak vervoerd, 3 uur gevaren, toen voor anker, 's morgens (Maandag) weer terug, en om 11 uur weer in ons hok terug, en een nacht meegemaakt om nooit meer te vergeten, wij zaten, of liever hingen met 130 man in een vak van het schip, staan ging niet, en liggen kon je niet, omdat de ruimte veel te klein was, en meer Godlasteringen gehoord in één nacht, dan ik in mijn verdere leven zal horen, het was gewoonweg bij de beesten af. Het leven kon mij dien nacht niets verd.... dit is geen leven meer, de varkens worden beter behandeld. Ik zal me kinderen de moffen leren haten als de pest. Waarom of wij terug gekeerd zijn, weet ik niet, misschien te slecht weer. Ik wou maar dat ik weer thuis was. Mijn God waarom hebt Gij ons verlaten, heb ik al heel wat keren gezucht, maar zal mijn lot wel moeten dragen. Deze nacht zal ik nooit vergeten, er werden een paar mensen zeeziek en die kotsten in het donker over hun buren heen, het was een rotbende, p--- en p--- doe je maar boven op het dek. We zitten ook aardig onder de vlooien