Dagboekfragmenten 1940-1945
(1954)–T.M. Sjenitzer-van Leening– Auteursrechtelijk beschermd
Adviseur, 52 jaar - Overijsel
| |
[pagina 379]
| |
straatverhalen. Wacht je tijd af! De Duitschers zijn niet te vertrouwen, ze zijn tot alles in staat - laat je niet verleiden tot voorbarige daden van verzet! Blijf in huis! Merkwaardig, hoe alle leidende figuren het vandaag met elkaar eens zijn. ‘Blijf in huis!’ zegt Christiansen, ‘blijf in huis!’ roept Gerbrandy. Hoogstens verschillen misschien hun motieven: Gerbrandy zou niet graag willen dat we op straat opgepakt worden, en Christiansen heeft misschien liever niet dat we wegloopen, want dan is het met het pikken van gijzelaars zoo lastig. Daar het regent, en er in ons dorp zelfs op deze belangrijksten dag in de geschiedenis der menschheid niets te beleven is dan groepjes kletsende menschen, blijf ik in huis, en vervolg mijn verslag. 10.44 h: We worden in het Duitsch opgebeld. Het blijkt een militair te zijn, die een verkeerd nummer gedraaid heeft. Och ja, dat kan op zoo'n dag voorkomen. Onze militairen zullen het 10 Mei 1940 ook we eens gedaan hebben... 10.47 h: Weer nieuwe verhalen van de straat. Hier en daar kun je er op de fiets niet doorkomen, zoo'n drukte. Christiansen kon beter laten omroepen ‘Ga de straat op!’, dan liep de burgerij hem tenminste niet langer voor de voeten. Het is een èchte invasie: geen krijgslist van de Duitschers, en ook geen commando-raid à la Dieppe. Enkele tientallen dorpelingen loopen met witte, bedrukte gezichten. Het zijn die menschen, die in den nacht van 9 op 10 Mei in hun nachtjapon voor de huisdeur dansten. De verwalter van de zaak van Sikkens loopt zoo'n beetje heen en weer voor zijn bevlagde winkelétalage. Het leek eerst zoo vroolijk, met al die bonte kleuren. ‘Elfduizend vliegtuigen’, hoorde Pieter in een groepje mompelen, en men beweert dat niet alleen de Duitsche radio, maar ook de Geallieerde, uitdrukkelijk heeft verklaard dat het nu geen grappenmakerij is, zooals toen in Dieppe, maar een heusche invasie. De invasie, waarop de kranten altijd zoo gehoopt hebben, en waaraan niemand eigenlijk meer geloofde. Standrecht? Voor zover ik weet is het er nog niet. Ook de telefoon is niet verder geblokkeerd en de treinen rijden nog net zoo normaal als met 400 van de 1000 locomotieven mogelijk is. Elfduizend vliegtuigen! Als het waar is, is het nogal zoo wat, te meer omdat ik vannacht tegen één uur ook nog de gewone bommenwerpers op weg naar Duitschland heb hooren overkomen. | |
[pagina 380]
| |
11.45: Uit Almelo het nieuwtje, dat de burgers aan de Egbert ten Catelaan (niet genoemd naar den doodgeschoten gijzelaar, maar naar zijn oom) gaten langs den weg moeten graven ter diepte van 1 meter 40, en zoo breed dat er een mensch in kan staan. Om in die gaten te kruipen bij eventueele vijandelijkheden? Neen, er komen Duitsche militairen met een licht machinegeweer in te staan. In Almelo woont geen paus,Ga naar voetnoot* en het eenige onvervangbare cultuur-monument is er misschien het kringhuis van de Beweging, zoodat wel geen der beide oorlogvoerenden er over zal denken om de plaats tot open stad te verklaren. In Deventer, hoor ik zoo juist van iemand anders, breek je je nek al over die mitrailleurnesten. Blijkbaar heeft het dus niet met de invasie te maken; hoogstens althans met de verwachte, niet met de actueele. 13.45: De krant. Invasie Begonnen Dan nog wat over Rome, dat nu weer ‘de Eeuwige Stad’ genoemd wordt. ‘De Eeuwige Stad Toch Krijgsgebied’ staat er boven het | |
[pagina 381]
| |
artikel. Amerikaansche pantserformaties zijn op 4 Juni tot in het centrum doorgedrongen, om zich in het bezit te stellen van de bruggen over den Tiber. Er ontstonden verbitterde straatgevechten. Met wie? vraagt men zich af. Gisteren stond er toch in de krant dat Rome door de Duitschers tot open stad was verklaard? Maar Rome interesseert ons op het oogenblik niet zoo heel veel meer. 17.00: Een gerucht dat de Fuehrer zijn hoofdkwartier naar West Frankrijk zou verplaatsen, of reeds hebben verplaatst. Het wordt niet bevestigd. In het dorp is alles weer rustig. Eén Messerschmidt 110 vertoont zich boven de weilanden. Ze schijnt meer spektakel te maken dan gewoonlijk, maar dat komt doordat ze lager vliegt. Ze draait een paar platte bochten en verdwijnt weer. De prijzen van boter, shag, vleesch, schoenen en spek zijn in een paar uur tijds met dertig percent gedaald: de zwarte handelaren, die als altijd in café Metselaar samenkomen, zetten bijna even lange gezichten als de enkele leden der Beweging die onze gemeente telt. Ze vinden het jammer dat oorlog en bezetting niet eeuwig duren. Kom jongens, niet zoo treurig! Ze zijn er nog niet! |
|